This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Klas 2 mavo/havo
Je hebt een boek gelezen.
Korte terugblik personages
Aan de slag met de opdracht 3A over personages
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Personages
Je hebt al eerder geleerd hoe je de personages uit je verhaal kunt beschrijven ( bij het verhaal De Lifter).
Wat weet je daar nog over?
Slide 2 - Slide
Je ziet zo een stukje uit de film Forrest Gump.
Het verhaal beschrijft het leven van Forrest Gump, een trage en simpele maar goedhartige jongen die uitgroeit tot een man en allerlei grote historische gebeurtenissen meemaakt in Amerika.
Slide 3 - Slide
Je ziet straks een fragment van Forrest Gump. Hoe zou je de hoofdpersoon in deze film omschrijven, in een paar woorden of zinnen?
Slide 4 - Open question
Wat kun je allemaal vertellen over je hoofdpersonage in je boek?
Slide 5 - Mind map
Personages
Je omschrijft een personage door de belangrijkste eigenschappen te noemen.
uiterlijk
geslacht
leeftijd
karakter
hobby's
Slide 6 - Slide
Hoofdfiguur
maakt een ontwikkeling door in het verhaal
heeft zowel goede als slechte eigenschappen
is niet in een paar woorden te omschrijven, juist omdat je zoveel eigenschappen van dit karakter kent
is realistisch, levensecht
kan onvoorspelbaar zijn
Slide 7 - Slide
bijfiguur
wordt weinig omschreven
heeft vaak maar één of twee eigenschappen, bijvoorbeeld ‘jaloers’, of ‘zorgzaam’
is makkelijk in een paar woorden te omschrijven
gaat niet echt leven voor jou, blijft op de oppervlakte
is nogal voorspelbaar;
Slide 8 - Slide
Aan de slag
Je werkt straks de vragen op de volgende slides uit. Jouw antwoorden kun je gebruiken voor je opdracht. Je kunt dit hier later weer terugvinden en eventueel aanpassen.
Klaar?
- Lever het in voor vrijdag a.s. op de mail naar Samira met in de mail bij het onderwerp je naam achternaam en je klas. (Ik kan somtoday niet in, dus moet het even op de mail).
- Leer voor je leestest.
Slide 9 - Slide
Wie zijn de belangrijkste personages in jouw boek? Maak een onderscheid in hoofdfiguren en bijfiguren. Je noemt alleen de belangrijkste personages en die omschrijf je kort.
Slide 10 - Open question
Hoe leer je deze personages kennen? Door beschrijvingen, door uitspraken, door handelingen, of een combinatie daarvan? Geef voorbeelden! Noem het ook als je personages bijzonderheden hebben – sprekende namen bijvoorbeeld.
Slide 11 - Open question
Welke ontwikkeling maakt de hoofdpersoon door?
Slide 12 - Open question
Zoek afbeeldingen van je hoofdpersoon om toe te voegen aan je opdracht.