Les 7 - Woordenschat H3

H3 - Woordenschat
Je leert de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van een voorbeeld. 
Je leert de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

H3 - Woordenschat
Je leert de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van een voorbeeld. 
Je leert de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf

Slide 1 - Slide

Planning van vandaag:
- Instructie theorie bij de les 
- Maken van de opdrachten 
- Terugblik op de les

Slide 2 - Slide

Welk woord hoort er niet bij?
biologie - Engels - Frans - Nederlands

Slide 3 - Slide

hamster - hond - konijn - muskusrat

Slide 4 - Slide

kwast - pen - potlood - rekenmachine

Slide 5 - Slide

Een voorbeeld zoeken
Ken je de betekenis van een woord niet?
Kijk dan of er in de tekst voorbeelden worden genoemd.

Bij het huwelijk van de Zweedse prins Carl Philip waren veel royalty's aanwezig, bijvoorbeeld de koningin van Denemarken en de Noorse kroonprins. 

Slide 6 - Slide

Zo zoek je een voorbeeld
- Kijk of er in dezelfde zin voorbeelden genoemd worden. Voorbeelden staan soms tussen haakjes, komma's of streepjes
Joris is gek op watersporten (kanoën, surfen, waterskiën)
- Na de volgende woorden worden vaak voorbeelden genoemd:
als, zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van
- Na een dubbele punt vind je soms ook voorbeelden
Op Koningsdag bespeelden kinderen in het Vondelpark blaasinstrumenten: dwarsfluit, saxofoon en trompet. 

Slide 7 - Slide

Figuurlijke betekenis

Feline is een zacht gekookt ei: Ze vindt alles goed. 

Oma zag erg op tegen het hele circus van kerst en oud en nieuw.

Het vriendelijke pleeggezin voelde als een warm bad voor Daniël. 
Letterlijke betekenis

Feline eet graag een zacht gekookt ei bij haar ontbijt. 

Opa nam ons mee naar het circus in de kerstvakantie

Nadat Daniël thuiskwam, nam hij eerst een warm bad

Slide 8 - Slide

Maken:
Opdracht 1 
Opdracht 5 - Let op, de letters van de invulwoorden staan door elkaar. 
lusilrenter = illustreren 
girenaleo = regionale
De invulwoorden staan op volgorde van de zinnen. 
Opdracht 6

Samenwerken mag! 

Slide 9 - Slide

Opdracht 6: 
1. ongeveer - circa
2. agrarische 
3. publiek
4. expositie
5. herkomst
6. tradities  



Slide 10 - Slide

Korte terugblik:
- Hoe kan je de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van een voorbeeld?
- Welke woorden kunnen je hierbij helpen?
- Wat is het verschil tussen letterlijke en figuurlijke betekenissen?
- Noteer in je agenda: 4 november toets Nederlands:
H1, H2, H3 Lezen en Woordenschat 

Slide 11 - Slide