NOVA H10.2 les 2 Vorming van vetten

les 2 Vorming van vetten
NOVA H10.2
5HAVO
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

les 2 Vorming van vetten
NOVA H10.2
5HAVO

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je  weet wat de functie is van vetten in onze voeding;
  • Je weet hoe vetten zijn opgebouwd;
  • Je kunt een reactievergelijking in structuurformules  geven van de vorming van vetten
  • Je weet wat het verschil is tussen verzadigde en onverzadigde vetten 
  • Je kunt op microniveau de structuur beschrijven van vetten en oliën en de synthese en hydrolyse van vetten in een reactievergelijking weergeven.

Slide 2 - Slide

Functie van vetten
  • Energiebron en reserve opslag voor energie.
  • Opbouw van de celmembraan.
  • Isoleren en beschermen van organen.
  • Bouwsteen voor hormonen.

Slide 3 - Slide

celmembranen zijn opgebouwd uit fosfolipiden
Binas 67G3

Slide 4 - Slide

Bouw van vetten: vetten zijn esters

Weet je het nog?

Slide 5 - Slide

Bouw van vetten
glycerol

3x ALCOHOL
GROEP
Vetten zijn esters van glycerol en vetzuren

Slide 6 - Slide

Vorming van esters: Binas 67G1

Binas 67G2
glycerol     +          vetzuren
vet (triglyceride)             +      water   

Slide 7 - Slide

Uit de naam de structuur van het vet afleiden:
  • het deel dat afkomstig is van glycerol noem je glyceryl-
  • de uitgang van het vetzuur eindigt op -aat bijv. stearaat (van stearinezuur)
  • telwoord  geeft het aantal vetzuren aan

  • Voorbeeld: glyceryltristearaat teken je dus zo:
         (= vet van glycerol + 3x stearinezuur)

Slide 8 - Slide

Geef de systematische naam van dit vet. Gebruik Binas tabel 67G.
A
glyceryltrilinolaat
B
glyceryltrioleaat
C
glyceryltripalmitaat
D
glyceryltristearaat

Slide 9 - Quiz

Welke vetzuren zijn in dit vet veresterd?
A
2x oliezuur 1x palmitinezuur
B
2x stearinezuur 1x palmitinezuur
C
2x palmitinezuur 1x oliezuur
D
2x palmitinezuur 1x stearinezuur

Slide 10 - Quiz

Welke vetten passen het best in een gezond voedingspatroon?
A
Verzadigde vetten
B
Onverzadigde vetten
C
Transvetten
D
Geen vetten

Slide 11 - Quiz

Verzadigde en onverzadigde vetten
  • Verzadigd vetzuur = alleen enkele C-C bindingen aanwezig.
  • Onverzadigd (enkelvoudig of meervoudig) vetzuur = 1 of meer dubbele C=C bindingen aanwezig.

Slide 12 - Slide

Hoeveel C=C bevat dit vetmolecuul?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

uitleg
verzadigd vetzuur:
De koolstofstaart heeft 2x zoveel H's als C plus één extra aan het eind:
~CnH2n+1 dus: ~C17H35
onverzadigd vetzuur:
voor elke C=C in de keten zijn er 2 H's minder, dus bij 33H's is er 1x C=C en bij 31 H's is er 2x C=C aanwezig in de koolstofketen

Slide 14 - Slide

Door de C=C in ketens van onverzadigde vetzuren liggen vetzuurketens minder geordend en is de afstand tussen de vetmoleculen groter. De vdWaalsbinding is hierdoor zwakker. Hierdoor ligt het smeltpunt van onverzadigde vetten lager

Slide 15 - Slide

Hydrolyse en synthese van vetten
Een vet is een tri-ester. Een ester kan worden gehydrolyseerd in een zuur en een alcohol. Dit gebeurt in het lichaam ook wanneer vetten met behulp van enzymen worden afgebroken tot glycerol en vetzuren. In deze hydrolysereactie reageert een vetmolecuul met drie watermoleculen en ontstaan er drie vetzuren en een glycerolmolecuul als reactieproducten:


Slide 16 - Slide

Hydrolyse en synthese van vetten
De vetzuren kunnen dan in het lichaam worden verbrand, waarbij veel energie vrijkomt. Als er een overschot aan energie is, vindt vetsynthese plaats waarbij vetzuren aan glycerol worden gekoppeld. Zo wordt het overschot aan energie opgeslagen in het vetweefsel:

Slide 17 - Slide

Voorbeeldopdracht
Het vet glyceryltripalmitaat is een triglyceride. Het wordt in een organisme gesynthetiseerd uit glycerol en palmitinezuur.
Geef de reactievergelijking van de synthese van glyceryltripalmitaat in structuurformules. Maak gebruik van Binas tabel 67G2.

Slide 18 - Slide

Uitwerking
Teken het vetzuur palmitinezuur en glycerol voor de pijl. Zorg ervoor dat de zuurgroep en de alcoholgroep die met elkaar veresteren naar elkaar gericht zijn. Zo zie je gemakkelijk hoe je de moleculen met elkaar moet laten reageren.
Het H-atoom van de alcoholgroep en de −OH-groep van de zuurgroep splitsen af en vormen samen een watermolecuul. Tussen het vetzuur en glycerol ontstaat een esterverbinding. Omdat er een tri-ester ontstaat, verestert er een palmitinezuurmolecuul aan elke −OH-groep. Er komen drie palmitinezuurmoleculen voor de pijl en er ontstaan drie moleculen water.
Hier is de skeletweergave gebruikt:

Slide 19 - Slide

Uitwerking

Slide 20 - Slide

Aan de slag
Opdracht 10 t/m 17
Behalve 15
10.2

Slide 21 - Slide