This lesson contains 24 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 2.3 spieren
Slide 1 - Slide
Programma
Terugblik: Gewrichten.
Lesdoel: Spieren
Uitleg
Aan de slag
Evalueren
Slide 2 - Slide
Terugblik: 2,2 botten bewegen.
Welke 3 soorten type gewrichten hebben wij?
Henk heeft geen kraakbeenverbindingen in zijn borstkas, wat kan hij daardoor niet goed?
Slide 3 - Slide
Lesdoel:
Aan het einde van de les kunnen jullie aan elkaar uitleggen hoe spieren zijn opgebouwd.
Aan het einde van de les kun je aan je buurman uitleggen wat antagonisten zijn.
Slide 4 - Slide
Een graafmachine en een sterke man.
1. Een graafmachine op de bouw kan hele grote kuilen graven.
Hoe ziet zo'n graaf machine eruit en wat gebruikt het allemaal?
2. Een sterke bouwvakker kan ook een hele diepe kuil graven.
Wat gebruikt deze bouwvakker allemaal in zijn lichaam?
Ga ze vergelijken en schrijf alle verschillen op!
Slide 5 - Slide
Een grote sterke bouwvakker heeft nodig:
1. Gezond botten, zenuwen en hersenen.
2. Grote sterke spieren.
3. Voldoende voeding (brandstof).
Slide 6 - Slide
De spieren van de grote sterke bouwvakker:
Het menselijke lichaam bestaat uit meer dan 600 spieren.
Aan de uiteindes van een spier zitten pezen, hiermee zitten de spieren vast aan de botten.
Slide 7 - Slide
De opbouw van de spier van de bouwvakker.
De pees (aan het bot).
De spier.
De spierbundels.
De spiervezels.
Een spier is eigenlijk weefsel dat bestaat uit cellen die kunnen samentrekken en ontspannen, waardoor beweging mogelijk is. Leg je hand maar op je spierbal en span je spier aan.
Slide 8 - Slide
antagonisten
Antagonisten: spieren die samenwerken aan een tegengestelde beweging
Slide 9 - Slide
Aan de slag:
Tekstboek vanaf bladzijde 42.
Maken opdracht 1-10 in je werkboek.
Ben je klaar? Hoofdstuk 2,3 afmaken.
Slide 10 - Slide
Hoofdstuk 2.3 spieren
Slide 11 - Slide
Programma
Terugblik: Gewrichten.
Lesdoel: Spieren
Uitleg
Aan de slag
Evalueren
Slide 12 - Slide
Terugblik: Een graafmachine en een sterke man.
1. Een graafmachine op de bouw kan hele grote kuilen graven.
Benzine, hydraulische druk, olie, stroom.
2. Een sterke bouwvakker kan ook een hele diepe kuil graven.
Wat gebruikt deze bouwvakker allemaal in zijn lichaam?
Vergelijk met je buurman in stilte!
Slide 13 - Slide
De opbouw van de spier van de bouwvakker.
De pees (aan het bot).
De spier.
De spierbundels.
De spiervezels.
Een spier is eigenlijk weefsel dat bestaat uit cellen die kunnen samentrekken en ontspannen, waardoor beweging mogelijk is. Leg je hand maar op je spierbal en span je spier aan.
Slide 14 - Slide
Wat zijn antagonisten?
Slide 15 - Slide
antagonisten
Antagonisten: spieren die samenwerken aan een tegengestelde beweging
Slide 16 - Slide
Ook in je slokdarm zitten spieren.
1. Waarom kan je eventueel onderste boven eten en drinken?
Slide 17 - Slide
Hoe word onze voedsel brei voortbewogen in ons lichaam?
Je slokdarm maakt een peristaltische beweging.
Peristaltische beweging is een knijpende beweging van onze darmen.
De voedsel brei word naar beneden geduwd.
Hierdoor zouden wij ook ondersteboven kunnen eten en drinken.
Slide 18 - Slide
Peristaltische bewegingen
Slide 19 - Slide
peristaltische bewegingen
Slide 20 - Slide
Aan de slag:
Tekstboek vanaf bladzijde 42.
Maken opdracht 1-17 in je werkboek.
Ben je klaar? Hoofdstuk 2,3 afmaken.
Daarna? maak een mind-map over alle typen gewrichten en de onderdelen van een spier.
Slide 21 - Slide
Hoe noem je spieren met een tegenovergestelde werking?