Test Test Unit 1

1 / 34
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

  • Taking the register (roll call)
  • Learning goals
  • Test test
  • Homework

Slide 3 - Slide

  • At the end of this lesson you should know your strengts and weaknesses


Slide 4 - Slide

notebook                   pen        
                                 and pencil

Slide 5 - Slide

Test-test
Vandaag gaan we aan de slag met een oefentoets om te kijken wat je al weet en wat je nog (extra) goed moet leren.

Het is belangrijk dat je de proeftoets maakt als een echte toets, dus zonder in je boek of aantekeningen te kijken.

Je krijgt hier geen cijfer voor.
       

Slide 6 - Slide

Tips
  • Lees eerst de toets helemaal door.
  • Lees goed wat je moet doen.
  • Begin bij de oefeningen die makkelijk voor je zijn.
  • Denk na voordat je het antwoord opschrijft.
  • Schrijf altijd iets op.
       

Slide 7 - Slide

Als je klaar bent ...
  • ... kijk je goed of je overal een antwoord hebt staan.
  • ... controleer je de antwoorden.
  • ... blijf je stil totdat iedereen klaar is.
  • ... kun je op msebel.nl extra oefenen met de                        onderdelen die je nog lastig vond.
  • ... kun je extra uitlegfilmpjes bekijken.
  • ... mag je iets voor een ander vak doen.
  • ... kun je ook een boek lezen.
       

Slide 8 - Slide

Instructies
  • Kijk goed naar de juiste antwoorden
  • Luister naar de uitleg
  • Maak eventueel aantekeningen
  • Verbeter de fouten
  • Highlight de oefeningen met 3 of meer fouten
  • Bewaar de proeftoets en de antwoorden goed
  • Besteed bij het leren extra aandacht aan de gehighlighte onderdelen
  • Neem de proeftoets nog een aantal keer door bij het leren

Slide 9 - Slide

notebook                   pen
(answers)                   and                     Test test  
                               highlighter

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

A words (15 punten)
1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten

  • 1. about
  • 2. furniture

Slide 12 - Slide

A words (15 punten)
1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten

  • 3. upstairs
  • 4. science
  • 5. only
  • 6. straight

Slide 13 - Slide

A words (15 punten)
1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten

  • 7. rich (geen persoon)
  • 8. sportsfield (heeft niets met een gebouw te maken)

Slide 14 - Slide

A words (15 punten)
1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten

  • 9. skating
  • 10. library
  • 11. languages
  • 12. upstairs

Slide 15 - Slide

A words (15 punten)
1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten

Examples:
  • 13. Mister Bremmer is our geography teacher.
  • 14. She knows all the answers, she is very clever.
  • 15. Horses are my favourite animals. I love horse                  riding.

Slide 16 - Slide

B Grammar  (8 punten)
1 punt per goed antwoord

  • 1. het
  • 2. zij

Slide 17 - Slide

B Grammar (8 punten)
1 punt per goed antwoord

  • 3. you
  • 4. I (hoofdletter, i = 0,5 punt)
  • 5. you
  • 6. he
  • 7. you

Slide 18 - Slide

B Grammar (8 punten)
1 punt per goed antwoord

  • 8. jij/u en jullie

Slide 19 - Slide

C Grammar (10 punten)
1 punt per goed antwoord

  • 1. are/'re
  • 2. is/'s
  • 3. is
  • 4. are
  • 5. am

Slide 20 - Slide

C Grammar (10 punten)
1 punt per goed antwoord

  • 6. they are
  • 7. she is not/she isn't
  • 8. you are not/you're not
  • 9. they are

Slide 21 - Slide

C Grammar (10 punten)
1 punt per goed antwoord

Example:
  • 10. Mike is good at football is juist omdat Mike een he          is en daar hoort is bij.

Slide 22 - Slide

D Grammar (10 punten)
1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten

  • 1. nine
  • 2. twelve
  • 3. fourteen
  • 4. twenty-two (let op het streepje)
  • 5. thirty-six (let op het streepje)

Slide 23 - Slide

D Grammar (10 punten)
1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten

  • 6. forty
  • 7. a/one hundred and seventy-two(let op het streepje)
  • 8. two hundred and nineteen
  • 9. six hundred and eight-nine (let op het streepje)
  • 10. nine hundred and twenty-four (let op het streepje)

Slide 24 - Slide

E Grammar (10 punten)
1 punt per goed antwoord

  • 1. heeft
  • 2. hebben niet

Slide 25 - Slide

E Grammar (10 punten)
1 punt per goed antwoord

  • 3. has got/'s got
  • 4. have got
  • 5. has not got/hasn't got
  • 6. have not got/haven't got
  • 7. have got/'ve got
  • 8. has got/'s got
  • 9. have got/'ve got
  • 10. has got/'s got

Slide 26 - Slide

F Grammar (8 punten)
  • 1. I (i = 0,5 punt)
  • 2. am/'m
  • 3. are
  • 4. you
  • 5. have ... got
  • 6. they
  • 7. are/'re
  • 8. They

Slide 27 - Slide

G Alphabet (6 punten)
0,5 punt per goede letter

  • 1. B / C / D / E / G / P / T / V
  • 2. Q / U / W
  • 3. R

Slide 28 - Slide

H Phrases (10 punten)
1 punt per goed antwoord, 0,5 punt bij spelfouten/leestekens

  • 1. Hi.
  • 2. Example: Mike has got green hair and blue eyes.
  • 3. Where do you live?
  • 4. I do horse riding.
  • 5. What are your hobbies? / What hobbies do you have?
  • 6.1. Example: I have got short blond hair.
  • 6.2. Example: I live in a town called Zoetermeer.

Slide 29 - Slide

Normering
Totaal = 72 punten
43 punten = 5,5

Slide 30 - Slide

Hoeveel punten heb je gehaald?
072

Slide 31 - Poll

Wat heb je gehaald?
Voldoende
Onvoldoende

Slide 32 - Poll

Klaar?

Ga naar: msebel.nl > M/H 1 > Unit 1

Maak extra oefeningen van de onderdelen die (nog) lastig voor je zijn.
Je kunt ook de uitlegvideo's nog een keer bekijken.

Als iedereen klaar is krijg je van de docent de uitslag van deze proeftoets.

Slide 33 - Slide

Thanks for your attention
      Wait for            Push your chair         Throw away
      the bell             under the table            your litter

Slide 34 - Slide