Grammar Basics, shitregel / to be / ing-vorm

Welcome to Grammar Basics
Doel van deze Be Strong: 
handige basisregels leren om zo
beter te worden in Engels

1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welcome to Grammar Basics
Doel van deze Be Strong: 
handige basisregels leren om zo
beter te worden in Engels

Slide 1 - Slide

Les 1: vandaag oefenen we:
- de shitregel
- het werkwoord 'to be' (zijn)
- de ing-vorm

Slide 2 - Slide

Doelen van vandaag:
Aan het einde van deze les:
- weet je weer hoe de shitregel werkt
- kun je de ing-vorm toepassen

Slide 3 - Slide

Onderdeel 1: de shitregel
Hoe ging die eigenlijk ook alweer?

Slide 4 - Slide

Wat is de shitregel?

Slide 5 - Open question

Shitregel
Bij she, she en it komt er een s achter het werkwoord. 
I play, I don't play - he plays, he doesn't play
you work, you don't work - Jane works, Jane doesn't work

Spellingtip: bij go en do wordt het 'goes' en 'does' 
we go, we don't go - she goes, she doesn't go
My friends do/don't, it does/doesn't

Slide 6 - Slide

Oefenen met de shitregel
We gaan een Kahoot doen. 
Let op: het antwoord goed hebben is belangrijker dan een snelle tijd neerzetten.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Hoe goed ken je nu de shitregel?
1 = helemaal niet, 10 = perfect
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10

Slide 9 - Poll

Onderdeel 2: to be
Je gaat op een blaadje opschrijven wat je nog weet van 
het werkwoord to be. 

Slide 10 - Slide

Schrijf op je blad en vertaal:
ik ben - 
jij bent - 
hij is - 
 zij is - 
het is - 
wij zijn - 
jullie zijn - 
zij zijn - 

Slide 11 - Slide

En dan nu:
Kahoot over to be!
Denk eraan, een goed antwoord is beter dan een snel antwoord.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Onderdeel 3: de ing-vorm
Eerst even kijken hoe hij ook alweer gaat:
eerst WIE doet het, 
dan IS - AM of ARE, 
dan werkwoord + ing

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wanneer gebruik je -ing?
Als iets NU aan de gang is. 
Geef een voorbeeld van iets wat NU aan het gebeuren is. 

Slide 16 - Slide

What is happening right now?

Slide 17 - Open question

Het verschil
Je gebruikt de shitregel als iets VAAK gebeurt. 
He plays video games every day. 
Je gebruikt de ing-vorm als iets NU gebeurt. 
He is playing Minecraft right now.

Slide 18 - Slide

Welke is goed?
We eat pizza every Saturday.
We are eating pizza every Saturday.

Slide 19 - Poll

Welke is goed?
My Mom is working right now.
My Mom works right now.

Slide 20 - Poll

Welke is goed?
Look! An ambulance is driving by.
Look! An ambulance drives by.

Slide 21 - Poll

Welke is goed?
He doesn't listen to music at the moment.
He isn't listening to music at the moment.

Slide 22 - Poll

Welke is goed?
I go to school by bike every day.
I am going to school by bike every day.

Slide 23 - Poll

En dan nu: 
de Gimkit!
Speel hem uit en win een chocoladereepje.
Je vindt de link op Peppels.

Slide 24 - Slide

Het doel van vandaag was: de shitregel en de ing-vorm goed leren. Is dat gelukt? Heb je nog een tip of top?

Slide 25 - Open question

See you in March!

Slide 26 - Slide