3H formatieve evaluatie H5 + H7

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Wat is de periode? Vul alleen het getal in.

Wat is de amplitude? Vul alleen het getal in.

Wat is de evenwichtsstand? Vul alleen het getal in.

YA = 4 - 0,5x
De formule wordt 3 omhoog geschoven. Geef formule YB.
(Gebruik geen spaties in je antwoord)

YA = 4 - 0,5x
De formule wordt vermenigvuldigd met -3 t.o.v. de x-as. Geef formule YB.
(Gebruik geen spaties in je antwoord)

Gegeven is de formule


Het punt (-5,p) ligt op de grafiek. Bereken p.

y=−2x​2​​+1

Het punt (5,12) ligt op grafiek A en het punt (5,-3) ligt op grafiek B. Met welke factor is vermenigvuldigd t.o.v. de x-as?

Bij vermenigvuldigen met de x-as...

1. Blijven de punten op de x-as hetzelfde
2. Blijven de punten op de x-as niet hetzelfde
3. Wordt alles met een bepaalde hoeveelheid omhoog geschoven.
4. Blijven de punten op de y-as hetzelfde

Gegeven is formule YA = x + 1
Grafiek A wordt eerst vermenigvuldigd t.o.v. de x-as met 10 en daarna 5 omlaag geschoven. Geef YC. Gebruik geen spaties in je antwoord.

Wat komt er op de puntjes bij YB te staan? vul alleen de puntjes in (dus niet YB=) en gebruik geen spaties.

Wat komt er op de puntjes bij YD te staan? vul alleen de puntjes in (dus niet YD=) en gebruik geen spaties. Schrijf 'x kwadraat' als x2

Wat komt er op de puntjes in de kolom verticaal verschuiven te staan?

Wat is de formule van YG? Gebruik geen spatie en sla 'YG=' over. Schrijf 'x kwadraat' als x2.

Geef de somformule. Begin met:
YA+B=
Gebruik geen spaties en schrijf 'x kwadraat' als x2

Maak van de 2 formules een somformule.
aantal = 4 - 6t
aantal = 4 + 2t
Wat is de somformule

1. aantal = 4 + 4t
2. aantal = 8 + 8t
3. aantal = 8 + 4t
4. aantal = 8 -4t

Maak van de 2 formules een somformule.
h = 5 + 6t
h = 3 + 4t
Wat is de somformule

1. h = 5 + 6t
2. h = 8 + 10t
3. h = 2 + 2t
4. h = 8 + 2t

Maak van de 2 formules een verschilformule.
A: y = 10 - 7x
B: y = 5 + 3x
Wat is de verschilformule A - B

1. y = 15 + 10x
2. y = 5 - 4x
3. y = 5 - 10x
4. y = -5 - 10x

Maak van de 2 formules een verschilformule.
1: inhoud = 15 + 6p
2: inhoud = -5 + 4p
Wat is de verschilformule van 1 - 2

1. inhoud = 10 + 6p
2. inhoud = 20 + 2p
3. inhoud = 10 + 2p
4. inhoud = 15 + 2p

Wat voor soort verband is er te vinden in de tabel hiernaast?

1. omgekeerd evenredig
2. evenredig
3. geen van beide

Wat voor soort verband is er te vinden in de tabel hiernaast?

1. omgekeerd evenredig
2. recht evenredig
3. geen van beide

Welk verband hoort bij deze tabel?

1. Kwadratisch
2. Omgekeerd evenredig
3. Lineair
4. Recht evenredig

Welke formule hoort bij deze tabel?

1. y=5x
2. y=​x​​5​​
3. y=5x​2​​
4. y=5

Welk verband hoort bij deze tabel?

1. Exponentieel
2. Lineair
3. Kwadratisch
4. Omgekeerd evenredig

Welk verband hoort bij deze tabel?

1. Kwadratisch
2. Recht evenredig
3. Lineair
4. Exponentieel

Is dit een recht evenredig verband?

1. Ja
2. Nee

Is dit een omgekeerd evenredig verband?

1. Ja
2. Nee

Is dit een recht evenredig verband?

1. Ja
2. Nee

Machtsformule...
ja of nee

1. ja
2. nee

Machtsformule...
ja of nee

1. ja
2. nee

Machtsformule met een even macht. 

Machtsformule met een oneven macht. 

Welke formule(s) is/zijn machtsformule(s)?

1. y=5g​8​​
2. y=23x​21​​
3. y=−6⋅(75)​x​​
4. y=4⋅−21​x​​

Waar zou je nog meer uitleg over willen hebben?