C7§4 op -en, -s, -ën en -n

Nederlands!
Wat heb je nodig?
- ALLEEN de Ipad voor LessonUp!

- Kies de LessonUp-app (werkt beter dan browser)!
timer
1:00
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands!
Wat heb je nodig?
- ALLEEN de Ipad voor LessonUp!

- Kies de LessonUp-app (werkt beter dan browser)!
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Aan het eind van de les kun je:
  • meervouden die eindigen op -en goed spellen;
  • meervouden van woorden die eindigen op -ën goed spellen;
  • meervouden die eindigen op -s goed spellen.

Slide 2 - Slide

timer
1:00
Welke spellingsregels ken jij nog voor woorden met een meervoud?

Slide 3 - Mind map

Meervoud op -en, -s, -ën en -n
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en:
  • kast - kasten; stoel - stoelen; tuin - tuinen; fietspomp - fietspompen
Soms moet je ook...
  • de laatste letter verdubbelen: mat - matten, sok - sokken
  • een a, e, o of u weglaten: haar - haren, schuur - schuren
  • een f in een v veranderen of een s in een z veranderen: vijf - vijven,               hoes - hoezen

Slide 4 - Slide

sauzen
A
laatste letter verdubbelen
B
f veranderen in een v
C
s veranderen in een z
D
a e o u weglaten

Slide 5 - Quiz

duiven
A
laatste letter verdubbelen
B
f veranderen in een v
C
s veranderen in een z
D
a e o u weglaten

Slide 6 - Quiz

Eén plek - twee ...
A
plekken
B
pleken
C
pleeken
D
plekkun

Slide 7 - Quiz

Meervoud op -en, -s, -ën en -n
Het meervoud op -s komt ook vaak voor.

Vaak hoef je alleen maar -s achter het woord te zetten. 
  • tafel - tafels, slipper - slippers

Soms moet je een apostrof voor de -s schrijven ('s). Dit doe je bij woorden die eindigen op -a, -i, -o, -u, of - y:
  • lama - lama's            accu - accu's
  • tosti - tosti's              baby - baby's
  • auto - auto's 

Slide 8 - Slide

Welke spelling is correct?
A
cafés
B
café's

Slide 9 - Quiz

Welke spelling is correct?
A
taxis
B
taxi's
C
taxies

Slide 10 - Quiz

Meervoud op -en, -s, -ën en -n
Als een woord eindigt op -ee, krijgt het in het meervoud -ën
  • twee - tweeën
  • zee - zeeën 
  • moskee - moskeeën


Als een woord eindigt op -ie, dan moet je goed letten op de klemtoon:
  • Valt de klemtoon op de -ie? > Meervoud met -ën:
            drie - drieën; calorie - calorieën; harmonie - harmonieën
  • Valt de klemtoon niet op de -ie?Dan komt er een trema + een -n bij:
            bacterie - bacteriën, kolonie - koloniën 

Slide 11 - Slide


Wat is de juiste spelling?
A
industriën
B
industrieën

Slide 12 - Quiz


Wat is de juiste spelling?
A
cadeaus
B
cadeau's

Slide 13 - Quiz


Wat is de juiste spelling?
A
monikken
B
monniken

Slide 14 - Quiz


Wat is de juiste spelling?
A
paardenhoeven
B
paardenhoefen

Slide 15 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
sudoku's
B
sudokus

Slide 16 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
wereldzeeën
B
wereldzeën
C
wereldzeeen
D
wereldzeëen

Slide 17 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
portemonnee's
B
portemonnees

Slide 18 - Quiz

Aan de slag!
Maken opdrachten 1 t/m 4 (blz. 234/235).

Klaar? 
- Nakijken;
- Lezen in je leesboek/werken aan je boekverslag.


Slide 19 - Slide

Ik kan......
  • meervouden die eindigen op -en goed spellen;
  • meervouden van woorden die eindigen op -ee of -ie goed spellen;
  • meervouden die eindigen op -s goed spellen.

Slide 20 - Slide