This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Spelling en Schrijven
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Korte herhaling van tt en vt
Schrijven: betoog
Slide 2 - Slide
Wat weet je nog over de:
Tegenwoordige tijd
&
Verleden tijd
?
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Planning
Voorkennis activeren (betoog)
Theorie
Stelling uitkiezen
Betoog schrijven
Slide 6 - Slide
Wat is het doel van een betoog?
A
informeren
B
overtuigen
C
amuseren
D
activeren
Slide 7 - Quiz
Tekststructuur van een betoog:
A
voor- en nadelen
B
standpunt-argument
C
beschrijving
D
verklaring
Slide 8 - Quiz
Welke kenmerken heeft een betoog?
Slide 9 - Mind map
Betoog --> theorie
Slide 10 - Slide
Instructie
Schrijfplan / bouwplan beoog doornemen
Bedenk een stelling die gericht is op school, werkveld, eigen interesse, actualiteit. (je dient een verandering teweeg te brengen: kinderopvang is goed voor de ontwikkeling van het kind = géén goede stelling. Ieder kind zou verplicht één dag per week naar de opvang moeten gaan = wél een goede stelling)
Geen inspiratie? Google! ;-)
Vul het schrijfplan in.
Werk je schrijfplan uit tot een coherent betoog.
Slide 11 - Slide
Schrijfplan
Slide 12 - Slide
Eisen
Opdracht wordt individueel gemaakt
Bovenaan je betoog komt een titel
Maak gebruik van tussenkopjes boven de alinea's in het middenstuk
Gebruik signaal- en verbindingswoorden (creëer samenhang!)
Let op spelling- en grammatica
Zorg ervoor dat je tekst er netjes en verzorgd uit ziet