What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Passé composé met être
De passé composé
met être
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
13 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
De passé composé
met être
Slide 1 - Slide
Passé composé
Voorbeeld: Le week-end dernier je
suis allé(e)
au cinéma.
Vorig weekend
ben
ik naar de bios
gegaan
.
De passé composé gebruik ik om...
iets over het
verleden
te vertellen
Slide 2 - Slide
Passé composé
De passé composé bestaat uit
twee delen
...
hulpwerkwoord
+
voltooid deelwoord
Slide 3 - Slide
Passé composé
Hulpwerkwoord
In het Nederlands 'zijn', in het Frans..
être
In het Nederlands 'hebben', in het Frans...
avoir
Slide 4 - Slide
Passé composé
Voorbeeld: Le week-end dernier je
suis allé(e)
au cinéma.
Vorig weekend
ben
ik naar de bios
gegaan
.
Het werkwoord
aller
vervoeg je in de passé composé met ...
être
Slide 5 - Slide
Aller
Je suis allé(e)
Tu es allé(e)
Il est allé
Elle est allée
On est allé(s)
Nous sommes allé(e)s
Vous êtes allé(e)(s)
Ils sont allés
Elles sont allées
Gaan
Ik ben gegaan
Jij bent gegaan
Hij is gegaan
Zij is gegaan
Wij zijn gegaan/Men is gegaan
Wij zijn gegaan
Jullie zijn gegaan/U bent ...
Zij zijn gegaan
Zij zijn gegaan
Slide 6 - Slide
Passé composé
Soms staat er een extra
e
of
s
achter het voltooid deelwoord dat wordt vervoegd met être.
Daar hoef je je nu niet druk over te maken :)
Slide 7 - Slide
Passé composé
Uitzondering: in het Frans vervoeg je het werkwoord
être
met
avoir
:
j'
ai été
(ik ben geweest), tu
as été
(jij bent geweest), il
a été
(hij is geweest), etc.
Slide 8 - Slide
Passé composé
Exercice 11 A. Vul de juiste vorm in van het hulpww. (
être
of
avoir
)
Tu ___________ arrivé à six heures.
Je ___________ allé à Paris.
Ma mère ___________ acheté une voiture.
Vous ___________ resté longtemps?
Adrien ___________ monté par l'escalier?
Slide 9 - Slide
Passé composé
Exercice 11 A. Vul de juiste vorm in van het hulpww. (
être
of
avoir
)
Tu
es
arrivé à six heures.
Je
suis
allé à Paris.
Ma mère
a
acheté une voiture.
Vous
êtes
resté longtemps?
Adrien
est
monté par l'escalier? (monter = klimmen)
Slide 10 - Slide
Passé composé
Exercice 11 B. Zet het ww. achter de zin in de passé composé (hulpww
être
of
avoir
?)
Je ________________________ à huit heures. arriver
Les élèves ___________ contre le conrôle de maths. protester
Tu _______________ aussi un concert? être
Il ________________________ à neuf heures. partir
On ___________________ à l'office de tourisme. aller
Slide 11 - Slide
Passé composé
Exercice 11 B. Zet het ww. achter de zin in de passé composé (hulpww
être
of
avoir
?)
Je
suis arrivé
à huit heures. arriver
Les élèves
ont protesté
contre le conrôle de maths. protest.
Tu
as été
aussi un concert? être
Il
est parti
à neuf heures. partir
On
est allé
à l'office de tourisme. aller
Slide 12 - Slide
De passé composé
met être
DES QUESTIONS / VRAGEN ?
Slide 13 - Slide
More lessons like this
Passé composé avoir (répétition) et être (nouveau)
October 2022
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Passé composé met être & avoir
November 2023
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2,3
3H passé composé met être
September 2021
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2HV unité 1 révision passé composé
July 2023
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2Htsb unité 1 révision passé composé
September 2020
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
week 3
January 2021
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Le Passé Composé (avoir et être)
November 2022
- Lesson with
42 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 2,3
2H unité 1 révision passé composé
September 2019
- Lesson with
34 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1,3