lesson 2 4mb

1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Goals
1. You understand all grammar of lesson 1 and 2
2. You know the vocabulary of lesson 1 and 2
3. Characteristics of a short story

If../ will…. 
Who / Which
Present simple / present perfect
  

Slide 2 - Slide

characteristics short story)

Slide 3 - Slide

characteristics short story)
Er zijn weinig personages, meestal 1 tot 3.
De karakters zijn ‘plat’; ze worden niet uitgewerkt, geen uitgebreide psychologische beschrijvingen.
Het verhaal speelt zich af in een korte tijd, in één ruimte en op één plaats.
Er wordt minimale achtergrondinformatie gegeven bijv. over de ruimte waar of het tijdperk waarin het verhaal zich afspeelt.
Er is één verhaallijn.
Het einde komt plotseling en geeft het verhaal een onverwachte wending (twist).
















Slide 4 - Slide

Read the story 'birds of Azalea street' 

Write down examples of the characteristics of a short story
Workbook unit 1
 exercise:
2 3 4 (Reading ) 
5 6 7 8 9 ( Grammar) 
timer
30:00

Slide 5 - Slide

Goals
1. You understand all grammar of lesson 1 and 2
2. You know the vocabulary of lesson 1 and 2
3. Characteristics of a short story

If../ will…. 
Who / Which
Present simple / present perfect
  

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

characteristics short story)
Er zijn weinig personages, meestal 1 tot 3.
De karakters zijn ‘plat’; ze worden niet uitgewerkt, geen uitgebreide psychologische beschrijvingen.
Het verhaal speelt zich af in een korte tijd, in één ruimte en op één plaats.
Er wordt minimale achtergrondinformatie gegeven bijv. over de ruimte waar of het tijdperk waarin het verhaal zich afspeelt.
Er is één verhaallijn.
Het einde komt plotseling en geeft het verhaal een onverwachte wending (twist).
















Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

present simple -present perfect?
My father ...... to his work every morning.
A
has walked
B
walks
C
is walking
D
walk

Slide 10 - Quiz

present simple -present perfect?
We ...... Susy since she was a little girl.
A
have known
B
knew
C
know
D
has known

Slide 11 - Quiz

present simple -present perfect?
In this game the players..... a lot.
A
have moved about
B
move about
C
has moved about
D
moved about

Slide 12 - Quiz

Beide de Present Simple en Present Perfect gehad. Kan je ze uit elkaar houden? Kies de Present Simple:
A
He lived in Leeds last year
B
He has lived here for four years

Slide 13 - Quiz

'never' is een signaalwoord voor de Present Simple en de Present Perfect Wat is het verschil in betekenis?
A
Het betekent allebei: 'nooit'
B
In de Present Simple betekent het 'nooit' en in de Present Perfect betekent het 'nog nooit''
C
In de Present Simple betekent het 'nog nooit'' en de Present Perfect betekent het 'nooit''
D
Het betekent allebei: 'nog nooit'

Slide 14 - Quiz

2. Present Perfect and Present Simple:
Q. When do we use the Present Perfect?
A
To show that something happens regularly
B
To show that something that started in the past still has relevance now
C
For habits and facts
D
A past event that has been completed.

Slide 15 - Quiz

lesson 2
Workbook exercise:
10 11 12 13 14 15 16 17 18

timer
20:00

Slide 16 - Slide

Read the story 'birds of Azalea street' 

Make questions Birds of Azalea Street (classroom)

Done?
Workbook unit 1
lesson 1 exercise:
2 3 4 5 6 7 8 9 

Workbook unit 1  lesson 2 exercise:
10 11 12 13 14 15 16 17 18

Study words lesson 1 and 2

Slide 17 - Slide

Read the story 'birds of Azalea street' 

Write down examples of the characteristics of a short story 

Done?
Workbook unit 1
lesson 1 exercise:
2 3 4 5 6 7 8 9 

Workbook unit 1  lesson 2 exercise:
10 11 12 13 14 15 16 17 18

Study words lesson 1 and 2
Homework

Slide 18 - Slide