2 oktober

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Vragen cultuurtekst
  • Bespreken Symboulè.
  • Bespreken oefening 2.
  • Vertalen 7A.



1 / 35
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Vragen cultuurtekst
  • Bespreken Symboulè.
  • Bespreken oefening 2.
  • Vertalen 7A.



Slide 1 - Slide

Vragen grammatica?

Slide 2 - Open question

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 3 - Slide

Vragen cultuurtekst
  • Voor wie waren de uitkeringen oorspronkelijk bedoeld?
  • Hoe was de raad samengesteld?
  • Van wie kreeg een aangeklaagde hulp als hij niet instaat was een goede redevoering te schrijven?
  • Welke stad kende als enige een dergelijke uitkering?
  • Wat was de hoogte van de uitkering in de 5e eeuw?
  • Waar had De Raad het vaak over?
  • Wie stelde de uitkering in de 6e eeuw in?

Slide 4 - Slide

Vragen cultuurtekst
  • Hoeveel leden telde de raad?
  • Wie hadden recht op een uitkering?
  • Wat is het prytaneion, en waar bevond dit zich?
  • Wat moest je hebben voor een uitkering?
  • Waar moest je een aanklacht indienen als je vond dat iemand geen uitkering verdient?
  • Wat zijn aalmoezen?



Slide 5 - Slide

ἔτι δὲ λέγει συλλέγεσθαι παρ’ ἐμὲ ἀνθρώπους πονηροὺς καὶ πολλούς,

Slide 6 - Open question

οἳ τὰ μὲν ἑαυτῶν χρήματα ἀνηλώκασιν, τὰ δὲ τῶν ἄλλων ἀφαιρεῖσθαι πειρῶνται.

Slide 7 - Open question

διὰ τί οὖν τοῦτο εἶπεν;

Slide 8 - Open question

πάντες γὰρ οἱ πολῖται, οὓς ἐν τῇ ἀγορᾷ ὁρᾶτε, παρά τινας ἀνθρώπους φοιτῶσιν,

Slide 9 - Open question

οὐ μόνον παρ’ ἐμέ, ἀλλὰ καὶ παρ’ ἄλλους πολλούς.

Slide 10 - Open question

εἰ οὖν ἐμοῦ κατηγορεῖ, δίκαιόν ἐστι καὶ τῶν ἄλλων κατηγορεῖν,

Slide 11 - Open question

οἳ τέχνας ἔχουσιν ἐν τῇ ἀγορᾷ ἢ πλησίον τῆς ἀγορᾶς.

Slide 12 - Open question

ἕκαστος γὰρ ὑμῶν πολλάκις εἰς τὴν ἀγορὰν φοιτᾷ,

Slide 13 - Open question

ὁ μὲν πρὸςμυροπώλιον, ὁ δὲ πρὸς κουρεῖον, ὁ δὲ πρὸς σκυτοτομεῖον.

Slide 14 - Open question

καὶ οὕτως, εἴ τις ὑμῶν τῶν πρὸς ἐμὲ φοιτώντων πονηρίαν κατηγορεῖ,

Slide 15 - Open question

δηλονότι καὶ τῶν εἰς ἄλλους δημιουργοὺς φοιτώντων κατηγορεῖν δεῖ,

Slide 16 - Open question

τέλος δὲ πάντων τῶν Ἀθηναίων.

Slide 17 - Open question

οὕτως δή, ὦ βουλή, σαφῶς ἀπέδειξα ὅτι πάντα τὰ τεκμήρια, ἃ εἶπεν ὁ κατήγορος, ἄπιστά ἐστι.

Slide 18 - Open question

μὴ τοίνυν πιστεύετε αὐτῷ, ἀλλ’
ἐμοί.

Slide 19 - Open question

περὶ πάντων γὰρ τὴν ἀλήθειαν εἶπον.

Slide 20 - Open question

διὰ τοῦτο δίκαιόν ἐστιν ὑμᾶς καὶ νῦν τὸ ἀργύριόν μοι παρέχειν.

Slide 21 - Open question

οὕτως ὑμεῖς μὲν τὰ δίκαια ποιεῖτε, ἐγὼ δὲ τὸν λοιπὸν βίον ἐν ἡσυχίᾳ διάγειν δύναμαι,

Slide 22 - Open question

οὗτος δὲ γιγνώσκει ὅτι πονηρός ἐστι καὶ τοὺς ἀγαθοὺς βλάπτει.

Slide 23 - Open question

A Werkwoord
  • -ᾶ- : α + ε
  • -ῶ- : α + ο, ου, ω

Slide 24 - Slide

B Voornaamwoord
  • a                b                                   c
  • οἵ r. 2        nom. mv mnl.         ἀνθρώπους πονηροὺς καὶ πολλούς
  • οὕς r. 4     acc. mv mnl.           πάντες οἱ πολῖται
  • οἵ r. 6        nom. mv mnl.         τῶν ἄλλων
  • ἅ r. 14       acc. mv onz.            πάντα τὰ τεκμήρια

Slide 25 - Slide

C Participium
  • Zelfstandig gebruikt → degenen die gaan

Slide 26 - Slide

Συμβουλή 1
  • τῶν ἄλλων r. 2-3
  • ἄλλους (πολλούς) r. 5
  • τῶν ἄλλων r. 6
  • πάντων r. 16
  • τὰ δίκαια r. 17/18
  • τοὺς ἀγαθούς r. 19/20 

Slide 27 - Slide

Συμβουλή 2
  • τοῦτο r. 3 συλλέγεσθαι ... πειρῶνται r. 1-3
  • οὕτως r. 14 het hele voorgaande betoog
  • αὐτῷ r. 15 ὁ κατήγορος r. 15
  • τοῦτο r. 16 περὶ πάντων — εἶπον r. 16
  • οὕτως r. 17 ὑμᾶς καὶ νῦν — παρέχειν r. 17
  • οὗτος r. 19 de aanklager (die hierbij wordt aangewezen) 

Slide 28 - Slide

Συμβουλή 3 en 4
  • 3 zichzelf


  • 4 de aard van het gebrek van de invalide;  ...

Slide 29 - Slide

Aan het werk.
  • Maak oefening 2.

Slide 30 - Slide

Oefening 1
  • 1 te zien 
  • 2 jij probeert 
  • 3 hij ging naar 
  • 4 wij zagen 
  • 5 jij probeerde 

Slide 31 - Slide

Oefening 1
  • 6 hij gebruikte, hij ging om met
  • 7 zie
  • 8 jullie gaan naar; ga naar (mv)
  • 9 probeer!
  • 10 jullie gebruikten, jullie gingen om met

Slide 32 - Slide

Oefening 2
  • 1 Geloof niet een aanklager die liegt. (ὅς)
  • 2 Mensen die rechtvaardig zijn, wil ik niet schaden. (οἵ)
  • 3 Het geld, waar ik niet zonder kan leven, krijg ik van de stad. (οὗ)
  • 4 Burgers van wie de overmoed groot is, vertrouw ik niet. (ὧν)

Slide 33 - Slide

Oefening 2
  • 5 Het verhaal dat de aanklager vertelt, is onbetrouwbaar. (ὅν)
  • 6 De aanklager vindt de burgers die zich bij mij verzamelen slecht. (οἴ)
  • 7 Jullie kennen de list die ik gebruik. (ᾧ)

Slide 34 - Slide

Aan het werk.
  • Herhaal woordjes van Serie 1, 2, 3, 4, 5 en 6.
  • Leer de woordjes van 7A
  • Kleur 7A, 1 t/m 18
  • Vertaal 7A, 1 t/m 12. 

Dit is ook huiswerk 

Slide 35 - Slide