5.1 Lading en spanning

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 5 Schakelingen

Par. 5.1

Lading en spanning

Opdracht

Bekijk het volgende filmpje

Lees de tekst van par. 5.1 grondig door

Maak de vragen 6 t/m 9 van par. 5.1 in je boek
Kijk deze vragen samen na met gebruik van je laptop

Maak vervolgens de vragen van deze LessonUp
We bespreken een het einde van de les vraag 7 en 9

Een ballon wordt door wrijving langs een trui statisch geladen. Hoe noem je de deeltjes die hierbij "overspringen"?

1. protonen
2. elektronen
3. neutronen
4. atomen

Iemand sloft met zijn schoenen over een wollen tapijt. Daardoor wordt deze persoon negatief geladen. Welke lading zal het tapijt hierdoor krijgen?

1. Negatief, want er is een tekort aan elektronen ontstaan.
2. Negatief want er is een overschot aan elektronen ontstaan.
3. Positief want er is een tekort aan elektronen ontstaan
4. Positief want er is een teveel aan elektronen ontstaan.

Twee kinderen spelen op de
trampoline. Na een poosje staat
hun haar overeind.
Wat is er gebeurd?

1. Door wrijving hebben de haren allemaal dezelfde lading gekregen, en stoten de haren elkaar af.
2. Door wrijving hebben de haren verschillende ladingen gekregen, en trekken ze elkaar aan.
3. Door wrijving heeft de trampoline dezelfde lading gekregen als de haren en stoot deze de haren af.
4. Door de wind die is ontstaan tijdens het spelen op de trampoline.

Twee even sterk geladen elektroscopen worden met een geleider verbonden. Wat zal er gebeuren en waarom?

Waarom is een onweerswolk niet te
gebruiken als spanningsbron?

Waardoor is het aardoppervlak onder de
wolk positief geladen?