CH 1: I-Grammar (Question Words & Personal Pronouns)

1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


At the end of this lesson..

- I know what question words are
- I know when and how to use question words
- I know the difference between subject and object pronouns

Slide 2 - Slide





Question words

Slide 3 - Slide

Name some question words

Slide 4 - Mind map

Wanneer en Waarom?
We gebruiken ''question words'' om een vraag te stellen aan iemand. Je gebruikt ''question words'' aan het begin van een zin. 

Slide 5 - Slide

Question words
What
Wat
When
Wanneer
Who
Wie
Where
Waar
Why
Waarom
Which
Welke/Wat
How
Hoe
Verschil Which & What 
Which gebruik je als je de opties weet. What gebruik je als de opties niet weet.

  • What is your favourite colour?
  • Which is your favourite colour, red or blue?

Slide 6 - Slide


....... have you been?
A
Which
B
Who
C
What
D
Where

Slide 7 - Quiz


........ is my bike?
A
Who
B
Where
C
Which
D
Why

Slide 8 - Quiz


..... can we study better?
A
how
B
who
C
which
D
why

Slide 9 - Quiz


..... colour do you like, blue or red?
A
how
B
who
C
which
D
why

Slide 10 - Quiz

Maak zelf een vraag met:
'Which"

Slide 11 - Open question

Maak zelf een vraag met:
'What"

Slide 12 - Open question

Maak zelf een vraag met:
'When"

Slide 13 - Open question

Maak zelf een vraag met:
'Why"

Slide 14 - Open question

Maak zelf een vraag met:
'How"

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Subject&Object Pronoun 

Subject = voor het werkwoord en degene die de handeling doet 
Object = na het werkwoord en is de ontvanger van de handeling

Slide 19 - Slide

Practice
     What: Do exercise 56d, 57, 58a, 59, 61, 62
     How: In your book on page 76-78
     Help: You can work together with your neighbour. 
     But you whisper!
     Time: 10 minutes
     Done: Learn the words from Chapter 1
timer
10:00

Slide 20 - Slide


At the end of this lesson..

- I know what question words are
- I know when and how to use question words
- I know the difference between subject and object pronouns

Slide 21 - Slide