Les 1 - Democratie 102 - 107 v
Les 1 - Democratie 102
In deze les leer je:
- wat met politiek wordt bedoeld = Wat is politiek
- dat je in Nederland inspraak kunt hebben = Wat is inspraak
- wat democratie is
1 / 20
next
Slide 1: Slide
This lesson contains 20 slides, with text slides.
Items in this lesson
Les 1 - Democratie 102
In deze les leer je:
- wat met politiek wordt bedoeld = Wat is politiek
- dat je in Nederland inspraak kunt hebben = Wat is inspraak
- wat democratie is
Slide 1 - Slide
Les 1 democratie
Democratie (1.07)=
Demos (Grieks) = volk / cratie (Grieks) = kiezen.
Democratie = het volk kiest ( 18 jaar en ouder)
Slide 2 - Slide
Les 1 - Democratie (0.49) 102 tekst
Politiek (1.14)
- Wat moeten er worden opgelost in Nederland? (zin 1)
- Wat is een voorbeeld van een probleem in Nederland? (zin 2)
- Wat moeten er worden gemaakt om dit op te lossen? (zin 3)
- Wat kan er bijvoorbeeld worden besloten? (zin 4)
- Wat kan ook worden besloten? (zin 5)
- Wat noem je politiek? (zin 6)
Slide 3 - Slide
Les 1 - Democratie 102
Voorbeeld:
Roken verboden in cafés.
Slide 4 - Slide
Les 1 - Democratie - opdracht 1 b - 102
Opdracht 1 b
Waaraan moet je denken bij het woord politiek?
Schrijf 4 woorden op.
1. Veel praten en overleggen.
2. Kiezen en stemmen.
3. Campagne voeren = reclame maken voor jouw partij,
4. Democratie.
Slide 5 - Slide
Les 1 - Democratie 103
4 foto's
1 - Op stranden ligt veel afval.
2 - Er gebeuren steeds meer auto-ongelukken
3 - Bij voetbalwedstrijden breken vaak rellen uit.
4 - Veel jongeren ( 18 - 25) hebben vaak geen werk.
Slide 6 - Slide
Les 1 - Democratie 103
d. Kies een foto.
e. Wat is het probleem?
- Veel jongeren ( 18 - 25) hebben vaak geen werk en dus minder geld.
f. Waarom moet dit worden opgelost?
Als jongeren meer geld verdienen, is dat beter voor de economie.
Slide 7 - Slide
Les 1 - Democratie 104
g. Twee oplossingen:
Oplossing 1: Meer banen ( meer werk) maken voor jongeren.
Oplossing 2; Meer uurloon ( = meer euro per uur) geven.
h. Welke oplossing kiezen we? Oplossing
Slide 8 - Slide
Les 1 - Democratie 104 tekst
Democratie
- Wie heeft inspraak in Nederland? (zin 1)
- Wat betekent inspraak? (zin 2) antw.
- Wat is een voorbeeld van inspraak?
(zin 3)
Slide 9 - Slide
Tekst 104 Democratie vervolg
- Hoe noem je een land waar iedereen inspraak heeft ? (zin 4)
- Is Nederland een democratie? (zin 5)
- Wat is onmogelijk om iedereen bij elke politieke keuze te vragen ? (zin 6)
- Wie kies je dan ? (zin 7) antw.
Slide 10 - Slide
Democratie 104 Voorbeeld.
Waar zorgt de man voor als hij wordt gekozen?
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Vervolg opdracht 2
Wat vindt Alijaah? Antw.
Wat vindt AM90?
b. Wat is het probleem volgens de tekst? Veel scholieren hebben overgewicht = ze zijn te zwaar.
c. Wat vind jij de beste oplossing?
Deze klas vindt de oplossing van Jack!e het beste.
Slide 13 - Slide
Vervolg opdracht 2 (106.)
d. Stemmen
Wie moet beslissen ?
1 - Alle leerlingen en docenten?
2 - De directeur.
3 - Er wordt een leerlingenraad en (2.04) gekozen die beslist.
e. stemmen - kies 1, 2 of 3.
Slide 14 - Slide
opdracht 3 blz. 106
a. Situatie:
plan 1: Er moet een basketbalveld worden aangelegd op het schoolplein.
Slide 15 - Slide
Opdracht 3 blz. 106
a. Plan 2: Er moeten nieuwe computers worden gekocht.
Slide 16 - Slide
Opdracht 3 blz. 106
plan 3: Er moet een schoolfeest worden georganiseerd.
Slide 17 - Slide
Opdracht 3 blz. 106
plan 4: Er moeten meer lekkere dingen verkocht worden in de kantine op school.
b. Welke zou jij kiezen?
Slide 18 - Slide
blz. 107
d. Hoeveel stemmen heeft elk plan gekregen?
plan 1 - 8 x
plan 2 - 0
plan 3 - 1 x
plan 4 - 1 x
e. De meeste stemmen zijn voor plan
Slide 19 - Slide
blz. 107
f. Wat heeft dit met inspraak te maken? Dat jij mee mocht praten over de plannen (blz. 106)
studiemeter democratie.
vraag 6: Waarom kies je in Nederland mensen die namens jou beslissingen nemen in de politiek? GT
