This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Vandaag gaan we:
Vragen stellen over het gemaakte huiswerk.
Het hoofdstuk nog een keer doorlopen
Bekijken wat we voor de volgende les moeten doen.
Slide 1 - Slide
Zijn er opdrachten of onderwerpen uit deze paragraaf waar je (extra) uitleg over zou willen hebben?
Slide 2 - Open question
Leerdoelen deze les:
Terugkijen naar het hele hoofdstuk: wat is belangrijk?
Kijk de films met de theorie-uitleg over H7 (link in Magister bij maandag 18 mei)
Slide 3 - Slide
Paragraaf 1
Wat doet de overheid?
Slide 4 - Slide
Overheid wordt verdeeld in:
Centrale overheid (Rijksoverheid)
Lagere overheid (provincie, gemeente en waterschappen)
Slide 5 - Slide
Landelijke overheid
Provinciale overheid
Gemeentelijke overheid
Slide 6 - Drag question
Inkomsten overheid
Slide 7 - Slide
Op zonnepanelen
A
accijns
B
subsidie
Slide 8 - Quiz
Op wijn zit
A
accijns
B
subsidie
Slide 9 - Quiz
Subsidie en accijns
Wil je iets stimuleren? -> subsidie
Wil je iets afleren? -> accijns
Slide 10 - Slide
Paragraaf 2
Sociale zekerheid
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Terugblik
Slide 13 - Slide
Paragraaf 3
Burgers, bedrijven en de overheid
Slide 14 - Slide
Welk goederen zijn collectieve goederen?
A
Een auto
B
Eten uit de supermarkt
C
Een lantaarnpaal
D
De broeken bij zalando
Slide 15 - Quiz
Voorbeelden collectieve goederen
Slide 16 - Mind map
Waarom collectieve goederen?
1) Zelf kwaliteit bewaken (bijvoorbeeld: rechtspraak of dijken)
2) Het moet betaalbaar blijven (bijvoorbeeld: onderwijs en zorg)
Slide 17 - Slide
Collectieve sector
Slide 18 - Slide
Collectiviseren vs Privatiseren
Collectiviseren: Overheid gaat taken van particuliere sector overnemen. Denk aan overname ABN Amro in 2007
Privatiseren: Overheidsinstellingen worden private bedrijven (PostNL, KPN, NS)
Slide 19 - Slide
Paragraaf 4
Hoe komt de overheid rond?
Slide 20 - Slide
Rijksbegroting & Miljoenennota
Slide 21 - Slide
Toelichting op de rijksbegroting door de minister van Financiën
A
Begroting
B
Miljoenennota
C
Rijksbegroting
D
Staatsschuld
Slide 22 - Quiz
Een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven voor het komende jaar.
A
Rijksbegroting
B
Miljoenennota
C
Troonrede
D
Prinsjesdag
Slide 23 - Quiz
Rijksbegroting en Miljoenennota
De derde dinsdag van september = prinsjesdag
Troonrede = plannen van de regering voor aankomend jaar
Minister van Financiën presenteert de rijksbegroting en miljoenennota
Rijksbegroting = overzicht verwachte inkomsten en uitgaven
Miljoenennota = uitleg rijksbegroting, welke keuzes gemaakt en waarom?
Slide 24 - Slide
Begrotingstekort
Begrotingstekort
Begrotingsoverschot
Begrotingsoverschot
De overheid heeft meer inkomsten dan uitgaven
Begrotingstekort
De overheid heeft meer uitgaven dan inkomsten
Slide 25 - Slide
Begrotingstekort & -overschot
Begrotingstekort = uitgaven > inkomsten
Geld lenen
Bezuinigen
Belastingen verhogen
Begrotingsoverschot = inkomsten > uitgaven
Schuld aflossen
Meer uitgeven
Slide 26 - Slide
Staatsschuld
een begrotingstekort - toename staatsschuld
een begrotingsoverschot- afname staatschuld
Slide 27 - Slide
Staatschuld
Als de overheid meer geld uitgeeft dan er binnenkomt, spreek je van een begrotingstekort. Om de uitgaven toch te kunnen doen, moet de overheid geld lenen. Doordat de overheid jaren achtereen een tekort heeft gehad, is er een staatsschuld ontstaan.
Slide 28 - Slide
Directe / Indirecte belasting
Slide 29 - Slide
Niet-belasting ontvangsten
Aardgasinkomsten
Winst uit overheidsbedrijven
Boetes
Slide 30 - Slide
Tot slot:
Kijk het huiswerk van de vorige les na met het nakijkblad in de bijlage in Magister.
Maak het huiswerk en stuur daarvan foto's op naar de juf.
Plan het leren van de toets. Maak gebruik van de planner die je hebt gekregen van Mw. Helmus.