Congruentie = onderwerp en persoonvorm moeten gelijk zijn in getal, m.a.w. als het onderwerp in enkelvoud is, dan moet de persoonsvorm ook in enkelvoud zijn (en andersom).
Bij een congruentiefout zijn ze niet gelijk. Voorbeeld:
"Een zwerm bijen vallen wandelaars lastig." FOUT!
"Een zwerm (ev) bijen valt wandelaars lastg." GOED!