Heffingen door lagere overheden

Hoofdstuk 6
Heffingen door lagere overheden (Gemeente, provincie, waterschap)


1 / 50
next
Slide 1: Slide
JuridischMBOStudiejaar 1

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6
Heffingen door lagere overheden (Gemeente, provincie, waterschap)


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

6.2 Hoezo heffingen?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Welke belastingen heft de provincie?
A
Motorrijtuigenbelasting en opcenten
B
Precariobelasting en rioolheffing
C
Opcenten en milieubelasting
D
Milieubelasting en loonbelasting

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Link

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Welke belasting(en) heft het Rijk?
A
Inkomstenbelasting
B
Opcenten
C
Parkeerbelasting
D
Vennootschapsbelasting

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welke belasting heft het waterschap?
A
Reclamebelasting
B
Waterschapsbelasting
C
kansspelbelasting
D
omzetbelasting

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Regionale en lokale belastingen
- Waterschapsbelastingen => bewaken kwaliteit van het water. Wordt geheven van huishoudens of van eigenaren van onroerende zaken. Hoogte tarief=> samenstelling huishouden, waarde gebouw e.d.
- Provinciale belastingen => Provinciale opcenten (heffingen bovenop de motorrijtuigenbelasting door het rijk)
- Gemeentelijke belastingen => wordt bepaald door de gemeenteraad. 
2 rubrieken :
1. Gemeentelijke belastingen => wonen of vestiging
2. Gemeentelijke belasting=> verblijf 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

1

Slide 12 - Video

This item has no instructions

02:10
Waarom betaalt een buurman die alleen woont minder waterschapsbelasting dan een gezin?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Maken
Opdracht 2 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

6.3 Gemeentelijke belastingen wonen of vestiging 
Leerdoelen: 
- Je kent de belastingen die een gemeente in rekening brengt als je daar woont of als je daar je bedrijf gevestigd hebt. NB niet elke gemeente heft alle belastingen! 
- Belangrijk voor het examen dat je weet welke gemeentelijke belastingen er zijn. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Link

This item has no instructions

Waarop wordt de onroerendezaakbelasting gebasseerd?
A
Op de WOZ-waarde van de onroerende zaak.
B
Op de verkoopwaarde van de onroerende zaak

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een tijdstipbelasting?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Bram en Gerry hebben het huis op 10 oktober 2024 gekocht van Victor en Marja Reniers. Bram en Gerry zijn eigenaar van het huis geworden op 4 januari 2025 . Welk koppel moet de onroerendezaakbelasting over 2025 betalen? Motiveer je antwoord.

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Achmed is eigenaar van een woning in Steenwijk. De WOZ-waarde is per 1 januari 2024 € 425.000,-. Zoek op de website van de gemeente Steenwijkerland de tarieven van de ozb over 2025 op. Hoeveel ozb moet hij betalen over 2025?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Antwoord:
Opdracht:
Achmed is eigenaar van een woning in Steenwijk. De WOZ-waarde is per 1 januari 2024
€ 425.000,-. Zoek op de website van de gemeente Steenwijkerland de tarieven van de ozb over 2025 op. Hoeveel ozb moet hij betalen over 2025?

Tarief: site Steenwijkerland 


Dus: € 425.000 x 0,0756% = € 321,30


Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Bezwaar maken tegen een te hoge WOZ-waarde is niet mogelijk, waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Let op: belangrijk voor het examen. Birgitta heeft is eigenaresse van een woning in Steenwijk.
De WOZ waarde per 1-1-2022 is € 300.000 en per 1-1-2023 is deze € 350.000.
Welk bedrag moet Birgitta betalen aan onroerende zaakbelasting voor het belastingjaar 2023

Tarieven OZB:

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Berna en Cor wonen in Steenwijk. Zij hebben een grote grijze container van 240 liter = restafval. Deze container wordt 26 keer per jaar geleegd (eens per twee weken). Hoeveel betalen zij aan afvalstoffenheffing in 2025?
Kijk op de website van de gemeente Steenwijkerland (zie afvalstoffenheffing) Houd ook rekening met het vaste tarief.

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Bram en Gerry zijn altijd erg milieubewust geweest. Zij produceren dus erg weinig afval. Zij vragen zich af of zij recht hebben op een lagere afvalstoffenheffing.
Heeft de hoeveelheid afval die zij produceren invloed op de hoogte van de afvalstoffenheffing?

A
Nee. De afvalstoffenheffing wordt bepaald op grond van de gezinsgrootte
B
Ja, afvalstoffenheffing bestaat uit twee delen, een vast en een variabel deel. De variabele kosten worden bepaald door het aantal keren dat inwoners restafval aanbieden.

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Zoek op de website van de gemeente Steenwijkerland naar rioolheffing. Felicia woont in een koopwoning in Steenwijkerland met een WOZ-waarde van € 395.000,00. Hoeveel betaalt ze in 2025 aan rioolrechten?

Slide 32 - Open question

Bij niet- woningen is de WOZ waarde van belang. 

Niet-woningen
Eigendom basis 0,067% van de (WOZ-)waarde, tot maximaal € 33,81
Gebruik basis 0,055% van de (WOZ-)waarde, tot maximaal € 27,50
Eigendom afvalwater € 95,68
Gebruik afvalwater, bij een waterverbruik van:
500 m3 of minder € 72,05
meer dan 500 m3 tot en met 2.500 m3 € 72,05
vermeerderd met € 0,64 per m3 vanaf 500 m3
meer dan 2.500 m3 tot en met 20.000 m3 € 1.352,05
vermeerderd met € 1,31 per m3 vanaf 2.500 m3
meer dan 20.000 m3 € 24.277,05
vermeerderd met € 0,64 per m3 vanaf 20.000 m3

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Bram en Gerry hebben in 2025 twee honden. Voor de honden moeten Bram en Gerry hondenbelasting betalen. Bereken hoeveel hondenbelasting de gemeente zal heffen.

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Gerry heeft een baan aangenomen bij café-restaurant De Drie Linden in Molenschot. Haar werkgever klaagt over de zogeheten precariobelasting.
Noem enkele redenen waarom de werkgever van Gerry deze precariobelasting verschuldigd zou kunnen zijn.

A
hij heeft een terras op gemeentegrond
B
hij heeft een luifel boven gemeentegrond
C
hij heeft een uithangbord boven gemeentegrond
D
hij huurt het pand van de gemeente.

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Zou het café-restaurant waar Gerry werkt ook reclamebelasting verschuldigd zijn voor de folders die de eigenaar bij de plaatselijke winkels laat neerleggen? Motiveer je antwoord.

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Zelf aan de slag
Maken opdracht 3 en 5

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

6.4 Gemeentelijke belastingen - verblijf 
Leerdoelen: 

aan het einde van deze paragraaf weet je welke belastingen een gemeente in rekening brengt als je er verblijft. Ook al woon je niet in die gemeente. 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Inkomsten van de gemeente
Naast ozb ook:
- rioolheffing
- afvalstoffenbelasting
- parkeerbelasting
- toeristenbelasting
- hondenbelasting

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Bram heeft een parkeerbon gekregen toen hij zonder te betalen parkeerde om Gerry op te halen bij haar werk.

Is een parkeerbon een strafrechtelijke boete? Ja / Nee + toelichting

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Kijk in art. 223 Gemeentewet. In welke twee situaties kan forensenbelasting worden geheven?

Slide 43 - Open question

Art. 223 Gemeentewet geeft gemeenten de mogelijkheid forensenbelastingen in te voeren. Het betreft twee verschillende typen belastingen van forensen, te weten: de slaapforensenbelasting en de woonforensenbelasting.
De slaapforensenbelasting kan worden geheven van natuurlijke personen die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er gedurende het belastingjaar meer dan negentig malen nachtverblijf houden. Deze belasting wordt in de praktijk niet geheven. De belasting heeft in de wetsgeschiedenis en de jurisprudentie dan ook geen noemenswaardige aandacht gekregen.
De woonforensenbelasting kan worden geheven van natuurlijke personen die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er gedurende het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. De woonforensenbelasting wordt veelal geheven van eigenaren van tweede woningen, waarbij kan worden gedacht aan recreatiewoningen, appartementen, caravans en woonboten. De in art. 223, tweede lid, Gemeentewet neergelegde vrijstellingen gelden overigens voor beide forensenbelastingen.
Bij verblijf in een andere gemeente dan waar men officieel woont, is toeristenbelasting verschuldigd, waar of niet waar?
A
Waar, indien langer dan 90 dagen
B
Niet waar
C
Waar, indien korter dan 90 dagen

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Hoofdstuk 6.5. Bezwaar en kwijtschelding!

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Link

This item has no instructions

Zou je kwijtschelding kunnen krijgen voor hondenbelasting?
A
Ja
B
Nee

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions

Zoek uit: Hoe wordt de reactie van de gemeente op een bezwaarschrift genoemd?

Slide 49 - Open question

This item has no instructions

Zelf aan de slag! 
Maken opdrachten 6, 7 8 en 9!!




Slide 50 - Slide

This item has no instructions