Herhalen Lowan thema school dag 4

Herhalen Lowan thema school dag 4
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NT2BasisschoolGroep 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Herhalen Lowan thema school dag 4

Slide 1 - Slide

de school, dag 4

Slide 2 - Slide


A
de klok
B
het bord
C
de deur
D
de stift

Slide 3 - Quiz


A
schrijven
B
de gum
C
het papier
D
de tekening

Slide 4 - Quiz


A
het boek
B
het schrift
C
de agenda
D
het papier

Slide 5 - Quiz


A
de stift
B
de deur
C
het bord
D
het raam

Slide 6 - Quiz


A
het kleurpotlood
B
de stift
C
de pen
D
het potlood

Slide 7 - Quiz


A
het bord
B
de plakband
C
de puntenslijper
D
de liniaal

Slide 8 - Quiz


A
de lijm
B
de pen
C
het potlood
D
de stift

Slide 9 - Quiz


A
het stopcontact
B
de plakband
C
de agenda
D
de toets

Slide 10 - Quiz


A
de toets
B
het papier
C
de agenda
D
de prullenbak

Slide 11 - Quiz


A
de computer
B
het digibord
C
de telefoon
D
het scherm

Slide 12 - Quiz


A
het digibord
B
de plakband
C
de prullenmand
D
het plafond

Slide 13 - Quiz


A
de stekker
B
het stopcontact
C
de schakelaar
D
de verwarming

Slide 14 - Quiz


A
het stopcontact
B
de lichtknop
C
de lamp
D
de muur

Slide 15 - Quiz

lesuur 3 
we pakken 
het leesboekje
 uit de map 
lezen 
pagina 5, 
en  6  
7 en 8   

Slide 16 - Slide

jij +t        hij +t    en   zij +t  
ik = stam 

ik pak -     
 
jij pakt 
hij pakt
zij pakt

Slide 17 - Slide

we pakken het leesboekje 
hoe en waar  
met    -  (niet )  of zonder 
uit       -       in 
open  - dicht
voor   - achter
naast - ......  
aan     - uit 
pagina 5 

De meester praat met de leerling.
Zij knipt met de schaar in het papier.
Waar is de gum?
De gum is in de kast.
Zij zitten naast het raam. 

Slide 18 - Slide

het leesboekje 
hoe en waar ? 

met - (niet ) of zonder 
uit - in 
open - dicht
voor - achter
naast - ......  
aan - uit  

pagina 6 : 
Wij pakken de kleurpotloden uit de kast.
Hij doet het raam open.
De juf staat voor het bord.
De map ligt naast het boek op de tafel.
De lamp hangt aan het plafond. 

Slide 19 - Slide

Hoe en Waar ?   translate : 
schrift 
met - (niet ) of zonder 
uit - in 
open - dicht
voor - achter
naast - ......  
aan - uit 
doen....

Slide 20 - Slide

het leesboekje:  
            Hoe en waar ? 
met - (niet ) zonder 
uit - in 
open - dicht
voor - achter
naast - ........  
aan - uit 
met - zonder 
 pagina 6 b 

De groep is in het lokaal.
De leerling pakt de map en het boek. 
De juf praat met de leerlingen.
Zij zegt: “Goede morgen” 

Slide 21 - Slide

tegenstelling : 
met - (niet ) zonder 
uit - in 
naar - ...
open - dicht
voor - achter
naast - ........  
aan - uit 
met - zonder 
Wat doe jij?       Ik pak het boek uit de kast.
Wat doe jij?       Ik wijs naar het bord.
Wat doe jij?       Ik schrijf in de map.
Wat doe jij?       Ik loop naar de deur.
Wat doe jij?       Ik sta in het lokaal voor het raam
                               en ik kijk naar het schoolplein.
Wat doet hij?    Hij pakt het potlood uit de                                            schooltas.
Wat doet zij?    Zij wijst naar de klok.
Wat doet hij?   Hij loopt naar de prullenbak.
Wat doet zij?   Zij staat voor de tafel en zij kijkt                                  naar de computer. 

Slide 22 - Slide

pagina 7  en 8 
Ik ben Nima.
Ik zit op de stoel voor de tafel.
Ik lees in het boek.
Ik leer Nederlands. Dat is moeilijk.
Ik pak het papier en het kleurpotlood.
Ik teken het schoolplein en ik teken op het schoolplein een prullenbak.
Ik schrijf ‘het schoolplein’ en ik schrijf ‘de prullenbak’.
Dat is makkelijk.
Ik zeg tegen de juf: “Ik ben klaar.”
De juf komt en zij kijkt naar de tekening.
De juf zegt: “Goed zo Nima!”
Mevrouw Jansen, de juf, is in het lokaal.
Wat doet zij?   Zij schrijft een woord op het bord.  Nima leest het woord: ‘de schaar’.
Nima pakt de pen en schrijft het woord in de map.  Mevrouw Jansen zegt: ”Nima kom hier en teken een schaar op het bord.”
Nima loopt naar het bord en zij tekent een schaar.  Mevrouw Jansen kijkt naar de klok. Het is tijd, de les is klaar. Nima pakt de schooltas en zij doet het boek, de pen en de map in de schooltas.  Zij loopt naar de deur en zij zegt: “Dag juf!”  Mevrouw Jansen zegt: “Dag Nima, tot morgen.”  Nima loopt in de gang en zij pakt de jas van de kapstok.  Nima gaat naar huis. 

Slide 23 - Slide

gaten tekst 
lees het 

 probeer maar 

pagina 7-8 
verhaal NIMA 

Slide 24 - Slide

Klaar!

Slide 25 - Slide