Wat: een gesprek voeren, opdracht 2 blz 68 en 69
Hoe: in tweetallen.
Tijd: 5 a 10 minuten
Resultaat: je kunt een gesprek
voeren met de daarbij behorende gesprekregels.
Klaar: ben je klaar met het voeren van het gesprek, dan ga je hoofdstuk 4 afmaken.