Week 1: les 1 Medische terminologie

AFP DA1
Week 36
Medische terminologie - het menselijk lichaam
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

AFP DA1
Week 36
Medische terminologie - het menselijk lichaam

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Voorstellen
Docent en het vak

Verwachtingen en afspraken
 
Hoe zien de komende weken eruit? 

Slide 2 - Slide

Studieplanner KT1 doornemen. Belangrijke data laten noteren (toets en deadline MBO leren)
Kort toelichten MBO leren/Medilect (in lessen volgt hier meer over) + deadline
Toetsen (KTB. Ook hier in Mediawijs meer aandacht voor) 
Inleverbakjes huiswerk. Niet gemaakt is onder de les maken en pas weer meedoen als het toonbaar af is. 
Doelen
  • Aan het eind van deze les kun je minimaal 5 woorden uit de medische terminologie vertalen. 
  • Je (her)kent een aantal basisregels bij het vertalen van/naar medische termen naar het Nederlands. 
  • Je weet wat de woordstam is en de combinerende vorm en kunt de regels toepassen.
  • Je kunt de basisregels rondom uitspraak medische termen toepassen. 
  • Je (her)kent diverse afkortingen die gebruikt worden in de medische terminologie en kunt deze toepassen. 

Vandaag maken we een start en gedurende deze weken ga je zelfstandig aan de slag om je bovenstaande doelen eigen te maken. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waarom leren jullie medische terminologe?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Er gaat ook wel eens wat fout.
Huisstofmeid kan aan de luchtwegen in de borstkast veel symptonen veroorzaken, maar luchtwegverwijderaars helpen vaak goed. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Oefenen met medische terminologie
Klassikaal woorden aanleren met als doel opbouw herkennen en kunnen toepassen. 

Slide 6 - Slide

Inleiding medische kennis blz. 11 tot uitspraak en blz. 21 - 24 (blauwe kolommen. Laatste kolom blz. 24 hoeft niet).
Pak een aantal woorden eruit en ga er mee oefenen met de klas. Overige woorden zelfstudie. 
Opdracht
Ga naar Cumlaude en open de opdracht: Reader medische terminologie.
Maak opdracht 1 en 2.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Regels uitspraak 
  • AE spreek je uit als EE.
    (bijv. naevus wordt neevus) 
  • OE spreek je uit als EU (bijv. dispnoe wordt dispneu
  • EU spreek je uit als UI (bijv. euthanasie wordt uithanasie)
  • Als er een C in het medische woord voor een medeklinker, een a, o, u of soms voor y staat: uitspreken als K.
    (bijv. clavicula wordt klavikula)

Slide 8 - Slide

Studenten wijzen dat ze de woorden van opdracht 3 niet hoeven te leren maar de regels rondom uitspraak wel op allerlei medische termen moeten kunnen toepassen. Hier komen ook toetsvragen over. 

Regels uitspraak
  • De letter u spreek je  ook uit als de u. (En niet als de oe). 
    (bijv. ulcus wordt ulkus en uterus blijft uterus) 
  • Woorden die eindigen op ies spreek je uit als iejes. 
    (Bijv. rabiës wordt raabiejes)
  • Als er een C in het medische woord voor een tweeklank staat (bijv. ae) of voor een e, i, of vaak voor y staat: uitspreken als S.
    (bijv. cervix wordt servix)

Slide 9 - Slide

Studenten wijzen dat ze de woorden van opdracht 3 niet hoeven te leren maar de regels rondom uitspraak wel op allerlei medische termen moeten kunnen toepassen. Hier komen ook toetsvragen over. 

Opdracht
Pak de Reader medische terminologie er weer bij en maak opdracht 3. 
Bekijk ook de lijst met woorden en de uitspraakregels. 

Let op; deze woorden hoef je niet te kennen, je moet alleen de regels op alle woorden kunnen toepassen. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voor- en achtervoegsels
In de medische terminologie kom je veel voorkomende voor- en achtervoegsels tegen. 

Bijv:
  • Asociaal = a = niet > niet sociaal
  • Hyperactief = hyper = veel/hoog = veel actief
  • Nefrectomie = ectomie = verwijderen = verwijderen van de nier
  • Echografie = grafie = afbeelden = het afbeelden van organen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Oefenen
Quizlet: flascards met voor- en achtervoegsels|
zie volgende dia
Maak gebruik van het boek: Medische terminologie Anatomie en fysiologie H.3.1. en H.3.2.

Slide 12 - Slide

Bij tijd over. Anders kunnen de studenten zelf oefenen thuis als ze dit willen. 

Slide 13 - Link

This item has no instructions

Huiswerk KT1th 

Maken:
-Reader medische terminologie opdracht 4 en inleveren via inleverbakje Cumlaude Kerntaak 1 theorie.

Leren: 
-Alle woorden/regels  die je tot nu toe hebt geleerd in de les.
-Reader medische terminologie. 
-Medische terminologie H.1.3 voor- en achtervoegsels. 


DA1A: Vrijdag 13 september 2024

DA1B: Donderdag 12 september 2024.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions