oefenen arm en rijk

ARM EN RIJK
Herhalingsles
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

ARM EN RIJK
Herhalingsles

Slide 1 - Slide

Nomaden zijn rondtrekkende mensen zonder vaste woonplaats.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

De jager-verzamelaars hadden niet veel bezit en daarom was er weinig verschil tussen arm en rijk.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

De eerste mensen haalden al hun voedsel uit de natuur.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

Met akkerbouw verbouw je....
A
Planten
B
Dieren
C
Geiten
D
Varkens

Slide 5 - Quiz

Met veeteelt fok je....
A
Planten
B
Dieren

Slide 6 - Quiz

De eerste boeren bleven op één plaats wonen en gingen goederen bewaren. Wat was het gevolg daarvan?
A
Daardoor ontstond er een verschil tussen arm en rijk.
B
Boeren gingen daardoor meer jagen en verzamelen.
C
Boeren werden daardoor nomaden.
D
Er was voor de boeren daardoor altijd genoeg te eten.

Slide 7 - Quiz

Een grote verandering van de jagers en verzamelaars naar de landbouwsamenleving was...
A
Ze werden nomaden
B
Ze verbleven op één plek

Slide 8 - Quiz

Wat hoort bij een landbouwsamenleving?
A
Nomaden
B
Rondtrekken
C
Graan verbouwen
D
Wilde bessen verzamelen

Slide 9 - Quiz

Landbouw was een middel van bestaan voor de eerste boeren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

De hunebedden werden gebruikt als...
A
Woning
B
Grafkamer
C
Opslag voor spullen
D
Schuilplek

Slide 11 - Quiz

Middel van bestaan
A
manier om aan voedsel te komen
B
eerste historische periode
C
geld dat je uitgeeft
D
een grote, belangrijke verandering

Slide 12 - Quiz

Revolutie
A
manier om aan voedsel te komen
B
eerste historische periode
C
geld dat je uitgeeft
D
een grote, belangrijke verandering

Slide 13 - Quiz

Als er veel welvaart is in een land, is ook de rijkdom groot.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Met akkerbouw verbouw je....
A
Planten
B
Dieren
C
Geiten
D
Varkens

Slide 15 - Quiz

Prehistorie
A
manier om aan voedsel te komen
B
eerste historische periode
C
geld dat je uitgeeft
D
een grote, belangrijke verandering

Slide 16 - Quiz

Als er veel welvaart is in een land, is ook de rijkdom groot.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Welvaart gaat om de levensomstandigheden van een land.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Kijk naar de kaart op de vorige pagina. Welk continent heeft de minste welvaart?
A
Europa
B
Afrika
C
Azie
D
Zuid-Amerika

Slide 19 - Quiz