Instructie verschil tussen analoge klokken

Les over figuren 
Na de les kun je vier soorten vlakke figuren noemen.
1 / 50
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 6

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les over figuren 
Na de les kun je vier soorten vlakke figuren noemen.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

8 vlakke figuren

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoekpunten en zijden
Een vierkant heeft 4 hoekpunten


De lijnen tussen de hoekpunten noemen we zijden.


- Hoeveel zijden heeft een vierkant?
-

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Diagonaal
Een diagonaal is een lijn tussen twee hoekpunten die niet naast elkaar liggen. 

Kijk maar:



- Welk figuur zie je hiernaast?
- Hoeveel diagonalen heeft dit figuur?
Een rechthoek heeft dus twee diagonalen. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vlakke figuren bestaan uit lijnen
rechte lijn

gebogen lijn

evenwijdige lijnen

loodrechte lijnen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Platte figuren
F

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoe heet dit figuur?
A
ruit
B
ellips
C
trapezium
D
vlieger

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Dit vlakke figuur heet: ellips


Slide 8 - Slide

This item has no instructions


Wat is de lengte van de rechthoek?
A
9 cm
B
3 cm

Slide 9 - Quiz

Met alle sommen bereken je het goede antwoord!

Welke vorm heeft deze figuur?
A
vierkant
B
driehoek
C
cirkel
D
rechthoek

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


Welk figuur is dit?
A
vierkant
B
rechthoek
C
cirkel
D
piramide

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

waar zie jij de cirkel?
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

waar zie jij de rechthoek
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

waar zie jij het vierkant ?
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welke twee figuren passen in een vierkant?
A
3 driehoeken
B
2 cirkels
C
2 rechthoeken
D
2 ruiten

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions


Welke vorm zie je hier?
A
Balk
B
Rechthoek
C
Cirkel

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions


Welk deel van de cirkel is gekleurd?
A
een kwart
B
helemaal
C
driekwart
D
de helft

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel % van de cirkel is
oranje?
A
50%
B
25%
C
75%
D
12,5%

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Dit figuur heeft ..................lijnen en  lijnen ...................hoeken.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een ronde vorm in de natuur?
A
Een wolk
B
Een paard
C
Gras
D
De zon

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welk voorwerp heeft een ronde vorm?
A
Een vork
B
Een bed
C
Een boek
D
Een voetbal

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Klokkijken
Je kunt de tijd bepalen met een klok met wijzers. Met 10 en 5 minuten


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat wijst de kleine wijzer van de klok aan?
A
minuten
B
uren
C
seconden
D
dagen

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat wijst de grote wijzer van de klok aan?
A
minuten
B
uren
C
seconden
D
dagen

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat geeft de derde (dunne) wijzer van de klok aan?
A
minuten
B
uren
C
seconden
D
dagen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel uren heeft een dag?
A
21 uren
B
18 uren
C
6 uren
D
24 uren

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel minuten heeft een uur?
A
30
B
60
C
100
D
5

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel dagdelen zitten er in een dag?
A
2
B
6
C
4
D
8

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Hoe lang duren de ochtend, middag, avond en nacht? Dus hoe lang duurt 1 dagdeel?
A
3 uren
B
8 uren
C
6 uren
D
10 uren

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Het is 01:32 uur. Welk dagdeel is dit?
A
Ochtend
B
Middag
C
Avond
D
Nacht

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

1,5 uur = ............ minuten
A
150
B
60
C
65
D
90

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Een half uur = .... minuten!
A
15
B
30
C
45
D
60

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

3,5 uur is .....................minuten
A
240
B
180
C
150
D
210

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Een dag heeft 24 uur. Hoeveel minuten is dat?
A
1560
B
9000
C
1440
D
1200

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel minuten zitten er in een kwartier?

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

5 min

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

10 min

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

1 uur en 30 min

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

1 uur en 45 minuten

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

1 uur en 15 minuten 

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

1 uur en 35 min

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

1 uur en 10 min

Slide 50 - Slide

This item has no instructions