Zet de zinnen in de juiste volgorde
1. de golf gaat met 800 km/uur naar de kust
2. de golf slaat op de kust en sleurt alles mee
3. op het nabijgelegen strand trekt het zeewater zich terug
4. de achterkant van de golf wordt snel hoger en haalt de voorkant in
5. er ontstaat een golf van 1 meter op zee.
6. de voorkant van de golf remt af
7. de aardkorst schiet 1 meter verticaal omhoog
8. door het ondieper worden van de zee treedt het grondeffect op
9. Er vind een zware aardbeving in zee plaats.
10. het water van de laatste golf trekt weer naar de zee en sleurt alles nog een keer mee.