Verbranding en ademhaling H2 21-22

1 / 24
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welke schadelijke stoffen zitten er in rook?
A
Nicotine Koolstofmonoxaat Pollen
B
Koolstofdioxide Teer Nitraat
C
Nicotine Teer Koolstofmonoxide
D
Teer Zuurstof Nicotine

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Je krijgt 5x zoveel teer binnen.
Je kunt er high of stoned van worden.
Ze zijn alsnog schadelijk door de chemicaliën die erin zitten.
Er zit een heel hoog gehalte koolstofmonoxide in de rook.
Er zit nog steeds nicotine in.

Slide 9 - Drag question

Slide 10 - Slide

...
+
...
+
...
=
...
+
...

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Slide

...
+
...
...
+
+
...
...
zuurstof
glucose
water
koolstofdioxide
energie

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

Welke zin is correct?

A
De slijmproducerende cellen filtreren de lucht .
B
De trilhaarcellen voeren slijm met opgevangen stof af naar de keelholte.
C
Neusharen houden de ziektekiemen tegen.
D
Door je mond ademen is beter dan door de neus.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Wat moet er op de plek van de nummers 1 tm 4 komen te staan?
Volgorde nummers op plaatje: 4-1-2-3
A
1 . koolstofmonoxide 2. zuurstof 3. koolstofdioxidearm bloed 4. zuurstofrijk bloed
B
1. zuurstof 2. koolstofdioxide 3. zuurstofrijk bloed 4. zuurstofarm bloed
C
1 . koolstofmonoxide 2. zuurstof 3. zuurstofrijk bloed 4. zuurstofarm bloed
D
1. zuurstof 2. koolstofdioxide 3. koolstofdioxidearm bloed 4. zuurstofrijk bloed

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Bij hooikoorts heb je last van:
A
- de geur van bloemen - een opgezwolle huid
B
- van smog - stof bij de longen
C
- tranende ogen - rook van sigaretten
D
- geïrriteerde slijmvliezen van de luchtwegen - veel stuifmeel in de lucht

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

via de stigma's naar de tracheëen
via de huid

via de mond, kieuwplaten en kieuwdeksels
via de neuskamer, luchtpijp, luchtzakken en longen

Slide 21 - Drag question

Slide 22 - Slide

de lichaamstemperatuur is gelijk aan de omgeving
de lichaamstemperatuur is constant
ze houden vaak een winterslaap
sommige trekken in de winter weg
(trek) 
ze hebben een isolatie laag

Slide 23 - Drag question

Slide 24 - Slide