This lesson contains 18 slides, with text slides and 4 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Du hast 3 min für:
Je hebt 3 min om:
te gaan zitten
jas uit
oortjes uit
mobiel in je tas
laptop gesloten op tafel
boek/schrift/pen op tafel
timer
3:00
Slide 3 - Slide
Was machen wir heute?
SO maximaal 30 minuten
Uitleg: onregelmatige werkwoorden haben & sein
An die Arbeit
Abschluß/Hausaufgaben
Slide 4 - Slide
Lernziel
Aan het einde van de les kan je tenminste voor 2 persoonlijke voornaamwoorden de vorm van haben en de vorm van sein benoemen, doordat je opdrachten maakt.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
SO
Alleen een pen op tafel
Horloge af en in je tas
Als ik zie dat je afkijkt heb je een 1
Heb je een vraag dan steek je een vinger op
Als je klaar bent leg je de toets rechtsboven op tafel en je praat niet. Praat je wel, dan schrijf ik je naam op het bord en bij de tweede keer heb je 1 punt aftrek van je cijfer
Je mag een boek lezen of tekenen als je klaar bent (geen telefoon/laptop)
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Slide 11 - Video
Slide 12 - Video
Slide 13 - Slide
Lernziel
Aan het einde van de les kan je tenminste voor 2 persoonlijke voornaamwoorden de vorm van haben en de vorm van sein benoemen, doordat je opdrachten maakt.
Slide 14 - Slide
die Hausaufgaben
Maken:
-Opdracht 10, blz. 78
(gebruik de rijtjes van haben & sein)
-Opdracht 11, blz. 78 (trek een lijntje van het persoonlijk voornaamwoord naar de juiste werkwoordsvorm)
-Opdracht 12, blz. 78 (vertaal wat voor de zin staat naar het Duits)