15.1 productieprocessen

Ammoniumnitraat
Ammoniumnitraat is een zeer goed in water oplosbaar zout van salpeterzuur en ammoniak, met als brutoformule NH₄NO₃.

  • IJszak
  • Explosief
  • Kunstmest 

NH3 + HNO3 -> NH4NO3
Erg exotherm!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Ammoniumnitraat
Ammoniumnitraat is een zeer goed in water oplosbaar zout van salpeterzuur en ammoniak, met als brutoformule NH₄NO₃.

  • IJszak
  • Explosief
  • Kunstmest 

NH3 + HNO3 -> NH4NO3
Erg exotherm!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Leerdoelen Les 1 en 2
  • Je weet het verschil tussen een batch- en continuproces.
  • Je kunt van een industrieel proces de gekozen reactieomstandigheden en scheidingsstappen toelichten.

  • Je kunt processen uit een blokschema aflezen.
  • Je kunt een blokschema compleet maken.
  • Je kunt rekenen aan het rendement. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Chemische industrie in NL

Slide 4 - Slide

AkzoNobel is een Nederlandse multinational met activiteiten op het gebied van verven en lakken. 

Koninklijke DSM NV is een Nederlands chemiebedrijf dat internationaal actief is en zich vooral toelegt op fijnchemie en biotechnologie. 

De Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek is een onafhankelijke onderzoeksorganisatie. 
De Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek is een onafhankelijke onderzoeksorganisatie. De missie van TNO is mensen en kennis verbinden om innovaties te creëren die de concurrentiekracht van bedrijven en het welzijn van de samenleving duurzaam versterken.

Corbion, voorheen CSM, is een Nederlands voedingsconcern dat voortgekomen is uit de bietsuikerindustrie.
Laboratorium
  • Onderzoek naar nieuwe producten op kleine schaal (max. een paar liter of kg).
  • R&D afdeling (research & development).

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Proeffabriek
  • Opschalen van lab richting fabriek.
  • Testen van variabelen, zoals temperatuur, druk, energieverbruik, rendement etc.
  • Reactoren van 100-1000 liter.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

De fabriek
  • Grootschalige productie.
  • Batch- en continuproces.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Continuproces (Noteer)
  • Continue aanvoer beginstoffen en afvoer producten.
  • Toegepast in bulkchemie, zoals polymeerchemie en productie van veel gebruikte grondstoffen (bijv. aceton).
  • Grote hoeveelheden met minder nauwkeurigheid. 
  • Geautomatiseerd (voordeel weinig personeel nodig)
  • Nadeel: hoge investeringskosten
  • Duur als fabriek niet op volle kracht draait.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Batch proces (Noteer)
  • Aanvoer beginstoffen -> proces -> uitvoer producten.
  • Product van elke 'batch' kan iets verschillen.
  • Proces wordt steeds opnieuw uitgevoerd.
  • Toegepast in fijnchemie, zoals medicijnen of laboratoriumbenodigdheden.
  • Kleine hoeveelheden met hoge nauwkeurigheid
  • Geschikt voor langzame reacties.
  • Nadeel: Veel personeel nodig

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Lees alvast  goed paragraaf 11.1
Maak opgaven 1 t/m 5 (en de voorkennis mocht je daar nog niet klaar mee zijn)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Blokschema's

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Blokschema's
  • Schematische weergave van industrieel proces.
  • Blok = proces (reactie, menging, scheiding)
  • Pijl = stofstroom

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Vragen bij blokschema's
  • Vaak lange stukken tekst met veel informatie.
  • Typen vragen:
- reactievergelijking opstellen a.d.h.v. gegeven blokschema;
- scheidingsmethoden noemen a.d.h.v. gegeven blokschema;
- pijlen/blokken/processen/stofnamen toevoegen aan incompleet blokschema;
-  Zelf een blokschema kunnen opstellen vanuit een stuk tekst
  • Bijna altijd bevat een eindexamen een blokschema opgave.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Oefenen

Bij de productie van margarine wordt als grondstof plantaardige olie gebruikt. Deze wordt gewonnen uit zaden. Om zoveel mogelijk olie uit de zaden te halen mengt men de fijn gemalen zaden met hexaan. Na een eerste scheiding verkrijgt men een oplossing van olie in hexaan. Tenslotte worden olie en hexaan van elkaar gescheiden Het hexaan wordt opnieuw in het proces gebruikt, de olie gaat naar de margarine fabriek. Hierboven is het proces in een blokschema weergegeven. 

Geef aan wat A t/m E voorstelt, je kunt kiezen tussen afval, destillatie, extractie, filtratie en hexaan.

 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Antwoord


A: extractie B:Filtratie C: afval D: destillatie E: hexaan

Bij de productie van margarine wordt als grondstof plantaardige olie gebruikt. Deze wordt gewonnen uit zaden. Om zoveel mogelijk olie uit de zaden te halen mengt men de fijn gemalen zaden met hexaan. Na een eerste scheiding verkrijgt men een oplossing van olie in hexaan. Tenslotte worden olie en hexaan van elkaar gescheiden Het hexaan wordt opnieuw in het proces gebruikt, de olie gaat naar de margarine fabriek. 



Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Rendement
  • Een reactie verloopt bijna nooit voor 100%
  • Theoretische opbrengst is te berekenen met mol rekenen: hoeveel zou er in theorie kunnen ontstaan?
  • Praktische opbrengst is hoeveel eruit een fabriek ontstaat (staat in tekst)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Rendement
  • Als er meerdere stappen zijn in een proces, moet je de rendementen vermenigvuldigen: Stap 1 65%, stap 2 75% en stap 3 55%: 0,65 x 0,75 x 0,55 = 0,27
  • Je kijkt bij elke stap in een productieproces om het te verbeteren
  • Formules staan in Binas 37H

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Rendement
Uit 100 gram ijzer(III)oxide ontstaat 50 g ijzer volgens  deze reactie:

Bereken het rendement
timer
5:00
Fe2O3+3CO>2Fe+3CO2

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Antwoord (molverhouding 2:4 moet 1:2 zijn)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Lees goed paragraaf 11.2
Maak opgaven 6 t/m 12 behalve 8 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions