Injecteren

VTH: Injecteren
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

VTH: Injecteren

Slide 1 - Slide

Inhoud les
Theorie over injecteren
Vormen van injecteren
Klaarmaken van een injectie
Toedieningsplaatsen
Complicaties

Vragen?

Slide 2 - Slide

Wie schrijft medicatie voor?
A
Verpleegkundige
B
Arts
C
Homeopaat
D
Apothekers-ass.

Slide 3 - Quiz

Injecteren is een:
A
Risicovolle handeling
B
Voorbehouden handeling

Slide 4 - Quiz

Bekwaamheid voor het injecteren van insuline houdt in:
A
Dat je een verpleegkundig diploma hebt.
B
Dat je een scholing over injecteren van insuline hebt gevolgd.
C
De injectie volgens protocol uitvoeren.
D
Een bevoegdheid van de arts tot handelen hebt gekregen.

Slide 5 - Quiz

Een verpleegkundige die een medicatiefout maakt, met de dood van een cliënt als gevolg, valt onder..
A
Civielrecht
B
Tuchtrecht
C
Bestuursrecht
D
Strafrecht

Slide 6 - Quiz

Het toedienen van medicatie via een infuus valt onder:
A
Enterale toediening
B
Parenterale toediening
C
Spinale toediening
D
Intramusculaire toediening

Slide 7 - Quiz

Vormen van injecteren.

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

Wat zijn aandachtspunten bij injecteren?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Je gaat een injectie klaarmaken. Welke materialen leg je klaar?

Slide 14 - Open question

Beschrijf kort en krachtig de stappen van het klaarmaken van de injectie. Vanaf voorbereiding tot aan het toedienen van het medicijn.

Slide 15 - Open question

Klaarmaken van een injectie; stappenplan
1. Controleren van de medicatieopdracht.
2. Invullen van het toedienetiket.
3. Berekenen van de benodigde hoeveelheden.
4. Nemen van hygiënische maatregelen.
5. Verzamelen en klaarleggen van de benodigde materialen.
6. Klaarmaken van het geneesmiddel. (volgens protocol, farmacotherapeutisch kompas)
7. Paraferen van het toedienetiket.
8. Laten controleren en paraferen door een tweede persoon.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

BBB- plaatsen: bovenste buitenste middenstuk van het bovenbeen en
bovenste buitenste bilkwadrant.

Deltaspier arm.
Losse weefsel buikwand.

Slide 18 - Slide

Bij subcutaan injecteren, dan injecteer je in .......
A
De spier
B
De huid
C
Een ader
D
Het onderhuidsvetweefsel

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Bij intramusculair injecteren, dan injecteer je in .......
A
De spier
B
De huid
C
Een ader
D
Het onderhuidsbindweefsel.

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Toedieningswijzen
Subcutane injectie                                                                                    Intramusculaire injectie
Huidplooitechniek:                                                                                    Rangeertechniek (Z-techniek)
Naald snel inbrengen                                                                               Huid straktrekken, naald
hoek van 45-60 graden                                                                           loodrecht in de spier, naald               
Langere naalden.                                                                                        terugtrekken, huid loslaten.

Loodrechttechniek:
Naald snel inbrengen
Korte naald.

Slide 23 - Slide

Welke techniek kun je het best toepassen wanneer je een subcutane injectie moet toedienen aan een oudere, magere zorgvrager?
A
Rangeertechniek
B
Huidplooitechniek
C
Loodrechttechniek

Slide 24 - Quiz

Wat is het gevaar bij een te diep uitgevoerde intramusculaire injectie?
A
Het geeft een verhoogde kans op plaatselijke bloedingen.
B
Dit is pijnlijk voor de zorgvrager.
C
De medicatie komt in het onderhuidsvetweefsel en werkt niet goed.

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Huiswerk
Voor les 9:

Spieren hoofd en hals, armen en benen. ( 4,3  en 4,5 )
Verder met expertcollege!



Slide 28 - Slide

Evaluatie van de les
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll