6v ak Leefomgeving kust

1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is het verschil:
harde kust - zachte kust

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

De kust van Noord-Holland
CSE - VWO - AK - 2015-1

Slide 17 - Slide


Slide 18 - Open question

Wat laat de zee achter in tijden van sterke zeespiegelstijging?
A
vnl. zand door duinvorming
B
vnl. veen door moerasvorming
C
vnl. klei door overstroming
D
vnl. stenen door zeedoorbraken

Slide 19 - Quiz


Slide 20 - Open question

Op sommige plaatsen is de duinenrij weg. Welke soort verdediging is dan nodig?
A
een eilandenrij
B
dynamische kustverdediging
C
zachte kustverdediging
D
harde kustverdediging

Slide 21 - Quiz


Slide 22 - Open question

Waar is er de meeste dynamiek in het kustbeheer?
A
bij harde dijk
B
bij een slufter
C
bij een bolwerk
D
bij een afsluitende dam

Slide 23 - Quiz


Slide 24 - Open question

Waar past het beste een zachte kustverdediging?
A
bij een bolwerk met weinig natuur
B
bij een smalle duinenrij met veel natuur
C
bij een brede duinenrij met veel natuur
D
bij een brede duinenrij met weinig natuur

Slide 25 - Quiz

Estuaria ontstaan bij
A
waddengebieden
B
riviermonding en grote getijdenverschillen
C
riviermondingen en veel verticale erosie
D
harde kusten en grote getijdenverschillen

Slide 26 - Quiz

Kenmerkend voor wadden is ...
A
veel klei en ze vallen droog
B
veel klei en altijd onder water
C
veel zand en ze vallen droog
D
veel zand en altijd onder water

Slide 27 - Quiz

Kenmerkend voor wadgeulen is ...
A
veel zand door sedimentatie
B
veel zeeklei door getijdenwerking
C
veel zand door sterke stroming
D
veel zeeklei het droogvallen bij eb

Slide 28 - Quiz

Een voorbeeld van dynamisch kustbeheer is
A
hard waar het kan, zacht waar het moet
B
estuaria
C
dammen aanleggen om stroming te leiden
D
de zandmotor

Slide 29 - Quiz

Door het proces bij welk nummer wordt bepaald of een kust een afbraakkust of een aanslibbingskust is?
A
1
B
4
C
6
D
7

Slide 30 - Quiz