What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
naamwoordelijk gezegde 3-11
Welkom!
Telefoon mag je bij je houden.
Ga lekker zitten (volgens de plattegrond) en log in in de LessonUp. Leg vervolgens je telefoon OMGEKEERD op tafel.
Leg klaar op je tafel: je boek, schrift en een pen.
Pak je leesboek en ga lekker lezen.
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
Telefoon mag je bij je houden.
Ga lekker zitten (volgens de plattegrond) en log in in de LessonUp. Leg vervolgens je telefoon OMGEKEERD op tafel.
Leg klaar op je tafel: je boek, schrift en een pen.
Pak je leesboek en ga lekker lezen.
Slide 1 - Slide
timer
15:00
Slide 2 - Slide
Doel en planning
Doel van de les:
aan het einde van de les kun je bepalen of een zin een ng of wg bevat.
Planning van de les:
- quiz-vragen + uitleg wg/ng
- oefeningen maken
Slide 3 - Slide
Werkwoordelijk
of
Naamwoordelijk
gezegde
???
Slide 4 - Slide
Wat houdt het werkwoordelijk gezegde in?
A
persoonsvorm
B
persoonsvorm + onderwerp
C
persoonsvorm + voltooid deelwoord
D
alle werkwoorden uit de zin
Slide 5 - Quiz
Naamwoordelijk gezegde
Het naamwoordelijk gezegde zegt wat iemand of iets (het onderwerp)
IS
(of wordt of blijft, blijkt, lijkt, schijnt, heet).
Slide 6 - Slide
Koppelwerkwoorden
- Een koppelwerkwoord geeft aan dat het
onderwerp iets is.
- Koppelwerkwoorden komen voor in zinnen met een
naamwoordelijk gezegde
.
- Er zijn
9 koppelwerkwoorden
.
Slide 7 - Slide
Koppelwerkwoord (kww)
Er zijn 9 koppelwerkwoorden:
zijn - worden - blijven
blijken - lijken - schijnen
heten - dunken - voorkomen
Slide 8 - Slide
Wat houdt het naamwoordelijk gezegde in?
A
koppelwerkwoord + naamwoordelijk deel
B
koppelwerkwoord
C
koppelwerkwoord + een kernmerk of eigenschap van het onderwerp
D
alle werkwoorden in de zin
Slide 9 - Quiz
Noem de koppelwerkwoorden
Slide 10 - Open question
De baby wordt groot.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 11 - Quiz
Het jongetje loopt naar school.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 12 - Quiz
Het gebouw wordt afgebroken.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 13 - Quiz
Mijn vriend wordt leraar.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 14 - Quiz
Mijn zus is heel vervelend.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 15 - Quiz
Een naamwoordelijk gezegde bevat altijd een koppelwerkwoord
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quiz
Welk gezegde?
Zijn vriend was gisteren ineens ziek geworden.
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde
Slide 17 - Quiz
Waarin verschilt een naamwoordelijk van een werkwoordelijk gezegde?
Slide 18 - Open question
Naamwoordelijk gezegde
Mijn vader is op zijn studeerkamer
pv = is
o = mijn vader
bwb = op zijn studeerkamer (waar?)
"Wie of wat is mijn vader?" = geen antwoord. Is = geen koppelwerkwoord
Deze zin heeft dus
geen
naamwoordelijk gezegde. Een naamwoordelijk gezegde neemt een toestand of eigenschap van het onderwerp aan.
Slide 19 - Slide
Naamwoordelijk gezegde
Bestaat uit 2 delen:
1. Werkwoordelijk deel: alle werkwoorden
2. Naamwoordelijk deel: alle andere woorden
Slide 20 - Slide
Jongens kunnen harder lopen dan meisjes.
A
Deze zin heeft een werkwoordelijk gezegde.
B
Deze zin heeft een naamwoordelijk gezegde.
Slide 21 - Quiz
Een naamwoordelijk gezegde heeft altijd een lijdend voorwerp.
Juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quiz
Wat is het naamwoordelijk gezegde in de volgende zin:
De afwas blijft vervelend.
A
Blijft
B
[afwas] blijft
C
[afwas] blijft vervelend
D
Blijft [vervelend]
Slide 23 - Quiz
Ik weet het verschil tussen wg en ng.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 24 - Poll
Zelf aan de slag
Wat? opdracht 1 , 2, 3, 5 blz. 215 = huiswerk
Tijd? 10 minuten
Vraag? steek je hand op, ik kom helpen
Klaar? probeer opdracht 4
Ook klaar? ga lezen in je leesboek
timer
10:00
Slide 25 - Slide
timer
30:00
Slide 26 - Slide
More lessons like this
naamwoordelijk gezegde
February 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
naamwoordelijk gezegde
January 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
naamwoordelijk gezegde
December 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2H/V 28-11-22 naamwoordelijk gezegde
November 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Invulschema 'Schrijfopdracht recensie' + naamwoordelijk gezegde
January 2024
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2H naamwoordelijk gezegde (2)
January 2021
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
naamwoordelijk gezegde (2)
January 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Naamwoordelijk gezegde
April 2018
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2