8.1.2 Deviant op weg naar 1F - Thema 8 Hobby's - Spreekwoorden

Nederlands
Thema 7 Geld - hoofdstuk 1

Spreekwoorden
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
Thema 7 Geld - hoofdstuk 1

Spreekwoorden

Slide 1 - Slide

Doel
-Aan het einde van de les ken je de woorden van het thema hobby's.
-Heb je alle spreekwoorden/ uitdrukkingen gehoord en besproken.
-Hebben we opdrachten met spreekwoorden gemaakt.

Slide 2 - Slide

Start
blz 277 en 278

We herhalen alle moeilijke woorden.

Slide 3 - Slide

                          Moeilijke woorden.

Slide 4 - Slide

De activiteit
Wat er te doen is of waar je mee bezig bent.

Slide 5 - Slide

Het concert

Een muziekoptreden, van bijvoorbeeld een zangeres of een band.

Slide 6 - Slide

Creatief

Goed zijn in het maken of verzinnen van nieuwe dingen.

Slide 7 - Slide

Het evenement

Een gebeurtenis voor een groot publiek.

Slide 8 - Slide

De hobby

Dat wat je graag in je vrije tijd doet.

Slide 9 - Slide

De interesse
Dat wat je leuk vindt en waar je meer over wilt weten.

Slide 10 - Slide

Ontspannen
Heel rustig zijn en je prettig voelen.

Slide 11 - Slide

Het plezier
Iets leuk vinden.

Slide 12 - Slide

Het talent
Als je iets uit jezelf goed kunt.

Slide 13 - Slide

De tijdsbesteding
Hoe jij jouw tijd doorbrengt.

Slide 14 - Slide

Uitgaan
Ergens voor jouw plezier heengaan, bijvoorbeeld naar een café.

Slide 15 - Slide

De vereniging
Een groep mensen die samen iets willen doen of bereiken.

Slide 16 - Slide

De voldoening.
Het tevreden gevoel dat je over iets hebt.

Slide 17 - Slide

Zich vermaken
Plezier hebben.

Slide 18 - Slide

Zich vervelen
Nergens zin in hebben of niet weten wat je wilt doen.

Slide 19 - Slide

                          Spreekwoorden.

Slide 20 - Slide

Samen leren
We maken samen opdracht 5 op bladzijde 277 en 278
timer
5:00

Slide 21 - Slide

Wat weet jij al?
De volgende opdracht probeer je zonder afkijken te doen.

Je krijgt zometeen 4 spreekwoorden zien.
Je gaat de betekenis typen.
Dat mag dezelfde zijn als in je boek.
Het mag ook een beetje in je eigen woorden.

Slide 22 - Slide

Wat betekent:
"De accu opladen".

Slide 23 - Open question

Wat betekent:
"In een deuk liggen".

Slide 24 - Open question

Wat betekent:
"Pluk de dag".

Slide 25 - Open question

Wat betekent:
"Voor spek en bonen meedoen".

Slide 26 - Open question

Maken
Opdracht 6 blz 278 en 279.

-Bekijk de tekeningen.
-Bij elke tekening hoort een spreekwoord/ uitdrukking.
-Je kunt kiezen uit de spreekwoorden uit opdracht 5.
-Schrijf onder elke tekening het spreekwoord die bij de tekening hoort.
-Schrijf ook de betekenis op. 




timer
10:00

Slide 27 - Slide

Nakijken en bespreken
We bespreken de opdracht  die jullie hebben gemaakt.
Dit is: Opdracht 6 .

Slide 28 - Slide

Studiemeter:
-Ga naar: Studiemeter
-Log jezelf in.
-Ga naar Nederlands - Via Starttaal online - Via vooraf op weg naar 1F - Thema 8 Hobby's - Moeilijke woorden
 
-Maak Spreekwoorden en uitdrukkingen (invulopdrachten) 
-Maak Spreekwoorden en uitdrukkingen (betekenissen)

Klaar?!! -> Maak opdracht 2 (knipblad moeilijke woorden).

Slide 29 - Slide

Hoe ging het?
-Ken je de woorden van het thema hobby?
-Ken je de spreekwoorden van het thema hobby?

Slide 30 - Slide