Incongruentie

Aantekening
Extra instructie?
Zelfstandig aan de slag




Doel: jullie herkennen incongruentie in een zin (congruentiefouten) (blz. 145)

7 december toets formuleren
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Aantekening
Extra instructie?
Zelfstandig aan de slag




Doel: jullie herkennen incongruentie in een zin (congruentiefouten) (blz. 145)

7 december toets formuleren

Slide 1 - Slide

Incongruentie

Congruent = overeenstemmend, gelijk.
Incongruent = niet overeenstemmend, ongelijk.

Voorbeeld:
- De partij wil dat softdrugs onder toezicht geproduceerd wordt. 
- Bijna 30 procent (kern) van de burgers (bepaling) zijn ontevreden. 

Slide 2 - Slide

De media schrijft bijzonder negatief over deze superster.
A
Goed
B
Fout

Slide 3 - Quiz

Meervoudig onderwerp behandeld als enkelvoudig
De media schrijft bijzonder negatief.
media = onderwerp = meervoud
schrijft = pv = ev
-> getal onderwerp en pv komen niet overeen = incongruentie


Slide 4 - Slide

- Mv ond. wordt aangezien voor ev ond.
(*De media schrijft bijzonder negatief over hem.)

- Ev ond. wordt aangezien voor mv ond.
(*Het kabinet zijn nog niet klaar met het debat.)

- Ev kern van ond. wordt gevolgd door mv. bepaling
(*Meer dan de helft van de leerlingen waren aanwezig.)

- Meew. vw. wordt aangezien voor ond.
(*Mensen die iets bijzonders hebben gezien, worden gevraagd zich te melden)

Slide 5 - Slide

De kudde schapen stak de weg over.
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quiz

De jeugd in de grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht hebben een probleem.
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quiz

Mensen die belangstelling hebben voor de functie worden verzocht te reageren.
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quiz

Softdrugs zijn gevaarlijker dan de meeste jongeren denken.
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quiz

Dertig procent van de spaarders haalden hun geld van hun rekening.
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quiz

Dertig procent van de spaarders haalden hun geld van hun rekening.
Verbeter deze zin.

Slide 11 - Open question

Incongruentie?
A
Duidelijk, ik kan alleen verder.
B
Mwah, misschien heb ik zo wel een vraag.
C
Ik heb daar nu al een vraag over.

Slide 12 - Quiz