MOA Oefenen Trends en Imago Styling

• Modeadviseur
• MBO
• Studiejaar 2

Mode adviseur 

Trends en Imago Styling 

Een RAGE is een?

1. modeverschijnsel dat heel lang duurt
2. modeverschijnsel dat voor korte tijd in is en dan volledig verdwijnt
3. modeverschijnsel dat voor lange tijd in is
4. modeverschijnsel dat steeds weer terug komt

Acceptatiesnelheid is..

1. de snelheid waarmee een trend weg is
2. de hoeveelheid mensen die de trend volgen
3. de snelheid waarmee iemand trends volgt
4. een groep die een bepaalde trend volgt

Langzame volgers kopen vooral kleding die algemeen of populair is geworden

1. WAAR
2. NIET WAAR

De fasen in de levenscyclus van een product heten:

introductie, groei, volwassenheid, verzadiging en teruggang

1. WAAR
2. NIET WAAR

Vrouwen droegen tot ongeveer 1950 alleen rokken en jurken..

1. WAAR
2. NIET WAAR

De kledingontwerpen kun je onderscheiden in:
haute couture , pret-a-porter en........

Confectiekleding is in grote hoeveelheden geproduceerde kleding, volgens vaste maten en verhoudingen

1. WAAR
2. NIET WAAR

Trendwatchers voorspellen trends. Dat is hun beroep. Zo'n voorspelling heet een...

1. trendvoorspelling
2. analysetrend
3. trendwatching
4. trendprognose

1920-1930 De vrouwenmode wordt jongensachtig en voor het eerst komt er een broek voor vrouwen

1. WAAR
2. NIET WAAR

1950-1960 kenmerk van deze periode:

1. degelijke vrouwenmode
2. film en televisie krijgen steeds meer invloed op de mode
3. invloed van jongeren
4. punk

1970-1980 kenmerk van deze periode

1. vele vormen van werkkleding worden gebruikt als dagelijkse kleding
2. Japanse invloeden
3. Televisie en film invloeden
4. vrouwen dragen rokken

Gebeurtenissen uit de hele wereld zijn voor iedereen te zien op internet. Trendwatchers noemen deze trend..

1. Socialering
2. Globalisering
3. Normering
4. Trendwatchen

Noem 3 modestijlen:

Het uiterlijk van kleding wordt beschreven met vier optische kenmerken;

1. kleur, decoratie, materiaal, vorm
2. stof, accessoires, kleur, model
3. kleur, decoratie, lengte , breedte
4. model, stof, lengte, vorm

De primaire kleuren zijn:

1. rood, geel en groen
2. geel, blauw en paars
3. rood, geel en blauw
4. wit, zwart en rood

Een 'gebroken kleur' is een kleur die gemengd is met grijs.

1. WAAR
2. NIET WAAR

Contrast is het verschil in kleur; de tegenstelling van kleuren

1. WAAR
2. NIET WAAR

Het kleine contrast van twee bijna dezelfde kleuren heet

1. ton-sur-tin
2. sur-ton-ton
3. tin-sur-ton
4. ton-sur-ton

De materiaaleigenschappen die van belang zijn:

1. glans, textuur, greep, valling en uitstraling
2. glans, kleur, stof en greep
3. stof en kleur
4. valling en greep

Dit silhouet is smal van boven en loopt van de schouders, borst of taile af wijd vallend naar beneden..

1. A - lijn
2. H- lijn
3. O - lijn
4. V - lijn

Dit silhouet heeft brede schouders, taps toelopend naar de onderkant van het kledinstuk, ontbreken van accenten op de taile

1. A - lijn
2. H - lijn
3. O - lijn
4. V - lijn