H7 Klimaat en Reliëf in de VS oefenvragen
1 / 20
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Welke overeenkomst tussen de Appalachen en de Rocky Mountains is juist?
A
Het zijn allebei middelgebergten.
B
Het zijn beide oude gebergten.
C
Op beide gebergten ligt eeuwige sneeuw.
D
Ze liggen allebei in een noord-zuidrichting.
Slide 2 - Quiz
Deze foto is genomen in:
A
De Appalachen
B
De Rocky Mountains
C
De Great Plains
D
De Kustvlakte
Slide 3 - Quiz
Welk kenmerk past zowel bij de Great Plains als bij het Great Basin?
A
hoogvlakte
B
laagvlakte
C
steppes met alleen dorre begroeiing
D
veel reliëf
Slide 4 - Quiz
Welke bewering over Central Valley is juist?
A
Hier is de bevolkingsdichtheid erg laag door de droogte.
B
Het gebied ligt tussen de Coast Ranges en de Sierra Nevada in.
C
Het gebied ligt tussen de Rocky Mountains en de Appalachen in.
D
Op deze hoogvlakte vind je vooral extensieve veeteelt.
Slide 5 - Quiz
Bekijk de afbeelding. Wat voor landschap zie je op deze foto?
A
Oud gebergte
B
Hoogvlakte
C
Middelgebergte
D
Jong gebergte
Slide 6 - Quiz
In het (mid-)noorden van de VS is het 's winters vaak erg koud. Noem twee temperatuurfactoren die deze kou in dit gebied veroorzaken.
Slide 7 - Open question
Welk van deze delen in de VS ligt in de regenschaduw?
A
De kustvlakte
B
De Appalachen
C
De Great Plains
D
De Rocky Mountains
Slide 8 - Quiz
Sleep de juiste woorden naar het juiste gebergte
Rocky Mountains
Appalachen
Hooggebergte
Jong gebergte
Eeuwige sneeuw
Spitse bergtoppen
Middelgebergte
Oud gebergte
Ronde bergtoppen
Slide 9 - Drag question
In de VS is een duidelijke tweedeling in de hoeveelheid neerslag die per jaar valt. Welk deel van het land is het droogst?
A
Het oosten
B
Het westen
C
Het noorden
D
Het zuiden
Slide 10 - Quiz
De staat New York ligt aan zee, maar heeft wel een landklimaat. Met welke factor heeft dat te maken?
A
De overheersende windrichting
B
De ligging van gebergten
C
De breedteligging
D
De hoogteligging
Slide 11 - Quiz
Sleep de letters H (hogedruk) en L (lagedruk) naar de juiste plaats op de kaart.
H
L
Slide 12 - Drag question
Wat voor klimaat vind je in het Noorden van de VS
A
Zeeklimaat (C)
B
Landklimaat (D)
C
Steppeklimaat(BS)
D
Tropisch klimaat (A)
Slide 13 - Quiz
Wat voor klimaat heeft de kust in het zuidwesten van de VS?
A
Woestijnklimaat
B
Steppeklimaat
C
Middellandse Zeeklimaat
D
Hooggebergteklimaat
Slide 14 - Quiz
Welke invloed heeft het reliëf op de temperatuur in het midden van de VS?
A
Oceaanwind wordt tegengehouden, dus geen matigende invloed van zee.
B
Doordat Canada vrij vlak is hebben de noordelijke winden veel invloed op de temperatuur.
C
Doordat Florida vrij laag ligt hebben de zuidelijke winden veel invloed op de temperatuur.
D
Het midden van de VS ligt vrij laag. Daarom is het daar altijd vrij warm.
Slide 15 - Quiz
Welke klimaten komen in de VS voor?
A
De VS heeft geen tropisch klimaat
B
De VS kent alle klimaten
C
De VS heeft geen poolklimat
D
De VS heeft geen woestijnklimaat
Slide 16 - Quiz
Grote oceaan
Atlantische Oceaan
Rocky Mountains
Great Plains
Mississippi
Appalachen
Slide 17 - Drag question
Temperatuurfactoren
Breedteligging
Hoogteligging
Ligging ten opzichte van de zee
Ligging gebergten
Aanvoer koude of warme lucht ergens anders vandaan
Hoe verder van de evenaar, hoe kouder
Hoe hoger, hoe kouder
Wind of zeestromen
Wel of geen beschutte ligging
Hoe verder van zee, hoe warmer in de zomer en hoe kouder in de winter
Slide 18 - Drag question
Great Plains
Rocky Mountain
Great Basin
Westkust van de V.S. (Coast Ranges)
Appalachen
Centrale Laagvlakte
intensieve landbouw
hooggebergte
extensieve veeteelt
woestijnsteden
middelgebergte
citrusfruit
Slide 19 - Drag question
Great Basin
Great Plains
Centrale laagvlakte
