This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Hier, c'était le 14 février!
Slide 1 - Slide
Frans wordt ook wel de taal van de ''liefde'' genoemd
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quiz
Waarom wordt Frans de taal van de liefde genoemd?
Slide 3 - Mind map
D'où vient la Saint Valentin? Valentin was een...
A
monnik
B
koning
C
boer
D
olifant
Slide 4 - Quiz
Valentin woonde in Rome in de 3e eeuw. De keizer (Claude II) had veel soldaten nodig. Hij besloot alle huwelijken te verbieden zodat de mannen niet bij hun vrouw bleven maar wel soldaat konden worden. Wat deed Valentin de Terni?
A
Hij trouwde zelf stiekem
B
Hij heeft in het geheim huwelijken voltrokken
Slide 5 - Quiz
la Saint Valentin
Omdat hij in het geheim stellen trouwde werd hij in een gevangenis gestuurd en is op 14 februari opgehangen.
C'est pouquoi on lui rend hommage chaque année!
Slide 6 - Slide
Paris: la ville de l'amour.. wat betekent dat?
A
de lichtstad
B
de stad van de liefde
C
de stad van de hoop
D
de stad van de vrede
Slide 7 - Quiz
Combineer de woorden.
het afspraakje
de kus
rood
de roos
het vriendje
het vriendinnetje
de liefde
het cadeau
le rendez-vous
la rose
le cadeau
le petit ami
la petite amie
le bisou
l'amour
rouge
Slide 8 - Drag question
Hoe zeg je "Ik hou van jou" in het Frans?
A
Je te déteste
B
Je t'aime
C
Tu me manques
D
Je t'adore
Slide 9 - Quiz
Sortir avec ton/ ta "crush"
Sortir avec un(e) Néerlandais(e) célèbre?
Slide 10 - Slide
Sortir avec une personne drôle
Sortir avec une personne romantique
Slide 11 - Slide
Aller diner en restaurant
Faire du parachutisme
Quand tu vas à un rendez-vous, tu préferes:
Slide 12 - Slide
Avoir peu d'ami(e)s mais avoir une bonne relation
Avoir beaucoup d'ami(e)s mais être célibatair(e)
Slide 13 - Slide
Manger au restaurant tous les soirs
Partir en vacances ensemble deux semaines quatre fois par an
Slide 14 - Slide
La Saint Valentin n'est qu'une journée commerciale
Slide 15 - Slide
Le coup de foudre n'existe pas
Slide 16 - Slide
Les devoirs
- Leren de woordjes "dieren" en "sport" uit het boekje spreekvaardigheid.