USOS DEL SUBJUNTIVO

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Antes de empezar

El viernes 10 de marzo: hay que entregar la tarea de literatura

El viernes 17 de marzo: tenemos la prueba de escuchar

Metas

• kennismaken met het gebruik van de aanvoegende wijs
• de subjuntivo kunnen herkennen 
• de subjuntivo kunnen vormen in de presente (=vorige week)

Wat is een aanvoegende wijs eigenlijk?

Leve de koning! 

Het zij zo.

Zo waarlijk helpe mij God almachtig.

een werkwoordsvorm die onder meer een wens, toegeving, aanwijzing of aansporing uitdrukt

¿Cuándo se usa el subjuntivo?

• In het Spaans gebruik je de subjuntivo vooral in bijzinnen, na que. 
• In de hoofdzin is er dan sprake van bijv. een wil, wens, twijfel of een mening. Er komt dus gevoel bij kijken en het is niet slechts informatief.

W: Deseos (wishes – wensen)

E: Emociones (emoties)

I: Observaciones impersonales (onpersoonlijke observaties)

R: Recomendaciones (aanbevelingen)

D: Dudas o negaciones (twijfels)

O: Ojalá (hopelijk)

Welk woord zou in het Spaans in de subjuntivo moeten staan?
'Ik wil dat je dat doet!'

1. wil
2. dat
3. je
4. doet

Welk woord staat hier in de subjuntivo?

1. dejaré
2. uses
3. mal
4. que

Een paar voorbeelden

Espero que + werkwoord in subjuntivo

Es importante que + werkwoord in subjuntivo

(No) quiero que + werkwoord in subjuntivo

Es necesario que + werkwoord in subjuntivo

Ójala que + werkwoord in de subjuntivo

Tal vez + werkwoord in de subjuntivo

Puede que + werkwoord in de subjuntivo

Tengo miedo de que + werkwoord in de subjuntivo

No pienso / no creo que + werkwoord in de subjuntivo

De subjuntivo gebruik je voor alles wat niet feitelijk is, maar wat je wenst, of wat moet of wat nodig is.

Las formas

(repaso)

Vul de subjuntivo in:
Es aconsejable que Juan.......... (ayudar)

Vul de subjuntivo in:
Mi médico quiere que yo ............. (dejar) de tomar azúcar.

Onthoud: als de ik-vorm in de presente
van de indicativo onregelmatig is,
is de hele subjuntivo dat ook!

Ejemplo: No es necesario que tengas prisa. 

Combineer de ik-vormen van de subjuntivo met het hele ww

decir

sentir

poder

pedir

conocer

sienta

diga

pueda

pida

conozca

Wat is het correcte rijtje van de subjuntivo van perder?

1. perdo, perdes, perde, perdemos, perdéis, perden
2. pierdo, pierdes, pierde, perdemos, perdéis, pierden
3. pierda, pierdas, pierda, pierdamos, pierdáis, pierdan
4. pierda, pierdas, pierda, perdamos, perdáis, pierdan

trabajas

1. Indicativo
2. Subjuntivo

dejamos

1. Indicativo
2. Subjuntivo

sea

1. Indicativo
2. Subjuntivo

estemos

1. Indicativo
2. Subjuntivo

encontremos

1. Indicativo
2. Subjuntivo

queráis

1. Indicativo
2. Subjuntivo

van

1. Indicativo
2. Subjuntivo

vea

1. Indicativo
2. Subjuntivo

practiquéis

1. Indicativo
2. Subjuntivo

llegas

1. Indicativo
2. Subjuntivo

Necesito que (jij doet) la compra.

Ojalá que Perdo (komt) a mi fiesta.

Es importante que (jullie hebben) un boli para este ejercicio

Acércate para que (jij ziet, ver) mejor la pantalla.

Es importante que (jullie kennen, conocer) las formas irregulares del subjuntivo.

Espero que al final de este periodo (jullie kunnen, saber) usar el subjuntivo muy bien.

Een paar voorbeelden

Espero que + werkwoord in subjuntivo

Es importante que + werkwoord in subjuntivo

(No) quiero que + werkwoord in subjuntivo

Es necesario que + werkwoord in subjuntivo

Ójala que + werkwoord in de subjuntivo

Tal vez + werkwoord in de subjuntivo

Puede que + werkwoord in de subjuntivo

Tengo miedo de que + werkwoord in de subjuntivo

No pienso / no creo que + werkwoord in de subjuntivo

De subjuntivo gebruik je voor alles wat niet feitelijk is, maar wat je wenst, of wat moet of wat nodig is.

1. Es mejor ______ (ir) al museo con otra persona para poder comentar las impresiones.

1. subjuntivo
2. indicativo

2. Espero que en las salas del museo no ______ (hay) tanta gente.

1. subjuntivo
2. indicativo

3. Es posible ______ (quedarse) largo tiempo delante de los cuadros.

1. subjuntivo
2. indicativo

4. Es importante que los museos ______ (tener) sillas en las salas de exposición.

1. subjuntivo
2. indicativo

5. Parece que aquí está prohibido ______ (hablar) en voz alta.

1. subjuntivo
2. indicativo

6. No ha venido a clase, tal vez ________ (estar) enfermo.

1. subjuntivo
2. indicativo