Engelse Zorgtermen

Wat is de Engelse term voor

Gehandicapte Zorg
A
Physical Disability
B
Disabled Care
C
Handy Care
D
Flexable Care
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
EngelsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat is de Engelse term voor

Gehandicapte Zorg
A
Physical Disability
B
Disabled Care
C
Handy Care
D
Flexable Care

Slide 1 - Quiz

Wat is de Engelse term voor

Maatschappelijke Zorg
A
Society Care
B
Development Care
C
Physical Care
D
Social Care

Slide 2 - Quiz

Wat is de Engelse term voor

Fysieke/ Lichamelijke Handicap
A
Physical Handicap
B
Corporal Handicap
C
Body Handicap
D
Body Disability

Slide 3 - Quiz

Wat is de Engelse term voor

Geestelijke Handicap
A
Mind Disability
B
Mentally Handicap
C
Mental Disability
D
Ghost Handicap

Slide 4 - Quiz

Wat is de Engelse term voor

Niet aangeboren hersenafwijking
A
Non born Handicap
B
Acquired Brain Injury
C
Born without a mental disorder
D
After trauma Brain Injury

Slide 5 - Quiz

Wat is de Engelse term voor

Zorginstelling
A
Care Facility
B
Handicap Institution
C
Care Base
D
Care Injury

Slide 6 - Quiz

Wat is de Engelse term voor

Dagbesteding
A
Day Spending
B
Day Activity
C
Day Worry
D
Day Care

Slide 7 - Quiz

Wat is de Engelse term voor

Zorgboerderij
A
Worry Farm
B
Farmstead Care
C
Care Farm
D
Ranch Care

Slide 8 - Quiz

Wat is de Engelse term voor

Hersenbeschadiging
A
Trauma Brain
B
Brain Fault
C
Nervous Brain
D
Brain Injury

Slide 9 - Quiz

Wat is de Engelse term voor

Bejaarden
A
Older People
B
The Elderly
C
Senior Citizen
D
Ancient People

Slide 10 - Quiz

Wat is de Engelse term voor

Ontwikkelingsstoornis
A
Developmental Disability
B
Growth Disorder
C
Evolution Handicap
D
Disability Handicap

Slide 11 - Quiz

Wat is de Engelse term voor

Begeleider
A
Counselor
B
Coach
C
Consultant
D
Guru

Slide 12 - Quiz