3/6

Welkom!
Module WIU Begeleiden
Deelopdracht 3: Begeleiding van ziekte/beperking of behandeling
1 / 33
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!
Module WIU Begeleiden
Deelopdracht 3: Begeleiding van ziekte/beperking of behandeling

Slide 1 - Slide

Inhoud
- Theorie Zorpgad
- Voorbereiding
- Verdieping 
- Checking

Slide 2 - Slide

Doelstellingen
Tijdens deelopdracht 3 werk je aan de volgende doelstellingen:

-je kunt de verschillende copingstrategieën signaleren bij zorgvragers;
-je kunt de verschillende copingstrategieën beschrijven en je past je begeleiding hierop aan;
-je kunt een zorgvrager begeleiden rondom slechtnieuws;
-je kunt een participatiegesprek met een zorgvrager voeren volgens de twee fasen;
-je kunt uitleggen wat de begrippen overdracht en tegenoverdracht betekenen in de omgang met de emoties van de zorgvrager.

Slide 3 - Slide

Theorie Zorgpad
Verlies, rouwverwerking & coping

Slide 4 - Slide

Rol verpleegkundige in begeleiding verlies: 
  • Reacties op verlies signaleren / hierop ingaan
  • Troosten
  • Helpend gesprek te voeren
  • Empathisch (begripvol) en respectvol te zijn




Slide 5 - Slide

Je beroepshouding bestaat uit verschillende aspecten, zoals:

  • empathie tonen
  • betrokkenheid en afstand
  • overdracht en tegenoverdracht
  • respect hebben voor verschillen
  • bewust zijn van je lichaamstaal




Slide 6 - Slide

Verliessituaties
Ieder mens maakt verliessituaties mee
(Verlies van gezondheid, zelfstandigheid, vrijheid, privacy, contacten, positie, etc...)

Slide 7 - Slide

Er is alleen sprake van een rouw(proces) wanneer de dood hierbij komt kijken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Rouw
Na iedere verliessituatie volgt een verwerkingsproces. Dit rouwen doet iedereen op zijn eigen manier. 
Meestal wordt rouw gekoppeld aan overlijden, maar je kunt rouw betrekken op alle verliessituaties. 

Slide 9 - Slide


Omgaan met rouw noemen we coping.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Coping & copingstrategie
Coping = ‘ergens mee om leren gaan’ of omgaan met een verliessituatie.


Copingstrategieën = de reactie van de zorgvrager op stress door een verliessituatie.

Slide 11 - Slide

Copingstrategie
 Reactie hangt af van (ernst) situatie; 
- Indelen in actief / passieve coping &
- Emotiegerichte & Probleemgerichte copingstijl

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

'Steun zoeken of getroost willen worden'
A
Probleemgerichte copingstijl
B
Emotiegerichte copingstijl

Slide 14 - Quiz

''informatie zoeken om meer inzicht te krijgen in de situatie op internet, in boeken, bij patiëntenverenigingen''
A
Probleemgerichte copingstijl
B
Emotiegerichte copingstijl

Slide 15 - Quiz

Om de zorgvrager te helpen tot een juiste copingstrategie te komen, moet je hem ondersteunen bij het verwerken van het verlies. Je kunt copingstrategieën in goede banen leiden door (meerdere antwoorden zijn goed):
A
Spirituele zorg bieden
B
Ondersteuning bij het dagelijks leven bieden
C
Verplichten om te eten/drinken/medicatie in te nemen
D
Tijdslimiet voorstellen voor de rouwperiode

Slide 16 - Quiz

Copingstrategieen begeleiden
  • de invloed van de stoornis of aandoening op het dagelijkse leven te beperken
  • te helpen bij het uitvoeren van het therapeutisch regime
  • het dagelijkse leven te vergemakkelijken
  • spirituele zorg te bieden
  • de naasten van de zorgvrager te begeleiden




Slide 17 - Slide

Fasen rouwproces
- Vijf fasen van Elizabeth Kubler-Ross
- Verwerkingsmodel of driefasenmodel (3 A's)

Slide 18 - Slide

Verwerkingsproces Kubler-Ross
  • ontkenning en shock
  • boosheid en woede
  • marchanderen, onderhandelen
  • verdriet, somberheid of depressie
  • acceptatie en aanvaarding




Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Elisabeth Kübler-Ross beschrijft vijf fasen in het verwerkingsproces.

Welke 2 fasen behoren daartoe?
A
Ontkenning en shock
B
Begeleiding en ondersteuning
C
Spiritualiteit en geloof
D
Acceptatie en aanvaarding

Slide 21 - Quiz

Verwerkingsmodel / driefasenmodel / 3 A's
Afweer (ontkenning, verdoving of agressie)
Afscheid en pijn (zich uiten, verlies ervaren)
Accommodatie of aanpassing (aan nieuwe situatie)

Slide 22 - Slide

Mevrouw De Graaf heeft zojuist gehoord dat een goede vriendin van haar plotseling overleden is. Mevrouw De Graaf is ontroostbaar.
Glenda, een van de verpleegkundigen, gaat bij haar zitten. Ze zegt: 'Wat vind ik dit erg voor u, mevrouw De Graaf.' Daarna ontstaat er een stilte. Glenda denkt bij zichzelf: 'Misschien is het beter als ik nu even niets zeg.'

Reageert Glenda adequaat?
A
Ja, licht mondeling toe
B
Nee, licht mondeling toe

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Begeleiden door gesprekken
- Helpend gesprek
- Slecht nieuws gesprek 
- Participatieadviesgesprek

Slide 25 - Slide

Strategieen in een helpend gesprek
'Eigenlijk zegt u dat u zelf niet goed begrijpt waarom u zo boos bent op iedereen?'
A
Parafraseren (in eigen woorden samenvatten)
B
Spiegelen van emoties

Slide 26 - Quiz

Helpend gesprek

Slide 27 - Slide


Helpend gesprek



 Doel = zorgvrager inzicht krijgt in zijn situatie (en consequenties)

Slide 28 - Slide

Slechtnieuwsgesprek
Meestal door artsen (betreft diagnose)
Maar verpleegkundigen geven ook slecht nieuws

Aandachtspunten:
- Praat minder dan de zorgvrager
- Zeg gerust als je even niet weet wat je moet zeggen
- Praat niet over jezelf / eigen emoties / ervaringen




Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

De boodschap moet zo duidelijk mogelijk in het begin van het gesprek worden overgebracht
A
Helpend gesprek
B
Slechtnieuwsgesprek
C
Participatieadviesgesprek

Slide 31 - Quiz

Participatieadviesgesprek

= probleem waarover je advies wordt gevraagd
- Helpt zoeken naar oplossingen en overwinnen weerstand
- Helpt nadenken over beste advies (soort coach)
Fasen gesprek

1. Probleemverheldering
2. Ondersteunen van adviesvrager zoeken oplossing

! Laat ander nadenken (voor- en nadelen)
! Aandachtig en actief luisteren


Slide 32 - Slide

Start deelopdracht verdieping 
Opdracht 1
Stel je voor dat je 's avonds jouw mail opent en een boos bericht van een collega ziet die zich door jou gekwetst voelt. Deze mail kan een aantal gevoelens oproepen, variërend van boos, schuldig, verdrietig, angstig of machteloos en somber.
Wat zou jouw reactie kunnen zijn op deze mail?
Past jouw reactie binnen de probleemgerichte of de emotiegerichte coping?

Klaar? Door naar opdracht 2, vragenlijst 'DGSES' invullen (zie canvas)

Slide 33 - Slide