REPASO H4/V4

Vamos a repasar
Herhalen vocabulario
Los adjetivos
Gustar
Muy en mucho
hay / ser / estar
1 / 26
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Vamos a repasar
Herhalen vocabulario
Los adjetivos
Gustar
Muy en mucho
hay / ser / estar

Slide 1 - Slide

¿Cómo se dice en español: hoe heet je?

Slide 2 - Open question

¿Cómo se dice en español: hoe oud ben je?

Slide 3 - Open question

¿Cómo se dice en español: hoeveel?

Slide 4 - Open question

¿Cómo se dice en español: ik ook?

Slide 5 - Open question

¿Cómo se dice en español: hoe laat is het?

Slide 6 - Open question

¿Cómo se dice en español: waar?

Slide 7 - Open question

¿Cómo se dice en español: wanneer?

Slide 8 - Open question

¿Cómo se dice en español: ons boek?

Slide 9 - Open question

¿Cómo se dice en español: mijn tassen?

Slide 10 - Open question

Bijvoeglijk naamwoord
1. Wat is een bijvoeglijk naamwoord? 

2. Verzin 2 voorbeeldzinnen met een bijv. nw in het NL. 

Slide 11 - Slide

Geef het juiste bijvoeglijk naamwoord:

Hay una pluma ...... encima de la mesa.
A
rojo
B
roja
C
rojos
D
rojas

Slide 12 - Quiz

Geef het juiste bijvoeglijk naamwoord:

Las plantas son ....... (amarillo)
A
amarillo
B
amarillos
C
amarillas
D
amarilla

Slide 13 - Quiz

Geef het juiste bijvoeglijk naamwoord:

Mis padres son ....... (amable)
A
amable
B
amables
C
amablos
D
amablas

Slide 14 - Quiz

Geef het juiste bijvoeglijk naamwoord:

Tengo dos casas ....... (grande)
A
grande
B
grandes
C
grandas
D
grandos

Slide 15 - Quiz

Schrijf 3 dingen op die je leuk/lekker vindt in het Spaans (maak hele zinnen)

Slide 16 - Mind map

Schrijf 3 dingen op die je niet leuk/lekker vindt in het Spaans (maak hele zinnen)

Slide 17 - Mind map

Slide 18 - Slide

Wat is het verschil tussen "muy" en "mucho"?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Kies de juiste variant: muy / mucho / mucho-a-os-as

Vicente es ... alto

Slide 21 - Open question

Kies de juiste variant: muy / mucho /mucho-a-os-as

2. En mi ciudad hay ... parques

Slide 22 - Open question

Kies de juiste variant: muy / mucho / mucho-a-os-as

3. ... turistas visitan la ciudad.

Slide 23 - Open question

Kies de juiste variant: muy / mucho / mucho-a-os-as

4. ¿Te gustan los calamares? Sí,...

Slide 24 - Open question

Kies de juiste variant: muy / mucho / mucho-a-os-as

5. En el centro hay una iglesia ... antigua.

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Video