Medicatie farmacokinetiek okt 2021

Toedienen van medicijnen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Toedienen van medicijnen

Slide 1 - Slide

Uitzetten van medicatie
* Controleren, observeren en registreren.
* Je moet bevoegd en bekwaam zijn om medicatie te mogen uitzetten en/of toe te dienen.
* Altijd gegevens checken van de zorgvrager, het medicijn en de manier van toediening.


Slide 2 - Slide

Regel van vijf
Noteer de 5 punten waarop je medicatie controleert

Slide 3 - Slide

vijf keer juist
1. Is dit de juiste zorgvrager?
2. Is dit het juiste medicijn?
3. Is dit de juiste dosering?
4. Is dit de juiste toedieningsvorm?
5. Is dit het juiste moment van toedienen?


Slide 4 - Slide

Toedienen
* Je mag een zorgvrager niet dwingen om medicatie in te nemen, alleen bij uitzonderingen. 
* Enteraal en parenterale toediening.



Slide 5 - Slide

Wat betekent enterale toediening?
A
via de huid
B
via de mond
C
alles via het maag-darmkanaal
D
per injectie

Slide 6 - Quiz

Wat betekent parenterale toediening?
A
via de mond
B
via de anus
C
alles via het maag-darmkanaal
D
alles buiten het maagdarmkanaal om

Slide 7 - Quiz

Enteraal en parenteraal
Enterale toediening: medicatie die via de mond ( per os of oraal of de darmen (rectaal) worden toegediend. (via maag- darmkanaal)
Parenterale toediening: medicatie die buiten het maag- darmkanaal worden toegediend.


Slide 8 - Slide

toedieningsvormen
Zoek/bedenk zoveel mogelijk toedieningsvormen en noteer deze onder de juiste categorie.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Absorptie
= Opname van het geneesmiddel.
Resorptiesnelheid: de snelheid waarmee de stof door de darmwand in de bloedbaan kan worden opgenomen. 
Resorptiefractie: de hoeveelheid van het toegediende geneesmiddel wat in het bloed terecht is gekomen.
( De opname kan op oudere leeftijd verminderen doordat de darmwand minder goed toelaatbaar wordt, de bloedvoorziening in de darm slechter en de peristaltiek veranderd is). 

Slide 12 - Slide

Distributie
= verdeling van het medicijn in het lichaam nadat het de eerste passage door de lever heeft doorstaan. ( first pass effect)
Elk geneesmiddel heeft zijn eigen verdelingspatroon. De een richt zich op een specifiek orgaan, anderen worden verdeeld over meerdere weefsels. Bij verdeling in een specifiek orgaan kan er stapeling ontstaan. 



Slide 13 - Slide

First pass effect
* Geneesmiddelen die via de mond, worden opgenomen door de maagwand of de darmvlokken, daarna gaan ze eerst door de lever, vandaar deze naam.
* Direct na opname wordt al een gedeelte van het medicijn door de lever onwerkzaam gemaakt. 
* Bij ouderen neemt de stofwisseling in de lever af, hierdoor verloopt de omzetting van geneesmiddelen iets trager.



Slide 14 - Slide

hoe kun je het first pass effect omzeilen?

Slide 15 - Open question

Plasmaspiegel
De hoeveelheid van een geneesmiddel wat uiteindelijk in het bloed terecht komt, is afhankelijk van de dosis, de resorptie door de darm en de hoeveelheid die wordt omgezet tijdens de eerste passage door de lever. De hoeveelheid van een medicijn in het bloed wordt de plasmaconcentratie of plasmaspiegel genoemd.

Slide 16 - Slide

Halfwaardetijd
= de tijd die nodig is om de concentratie in het plasma met de helft te verminderen.
Na nog eens dezelfde tijd wordt de helft van de vorige concentratie bereikt. etc. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

MEC
Minimale Effectieve Concentratie

De hoeveelheid die je minimaal moet hebben om effect te bereiken van een geneesmiddel.

Het gebied tussen de MEC en de MVC noemen we de therapeutische breedte. 
MVC
Maximale Veilige Concentratie
De maximale hoeveelheid van een geneesmiddel. Daarboven kan er vergiftiging ( toxisch) optreden of zelfs een dodelijke ( letale) afloop.
Cumulatie= ophoping. Als een middel te vaak of te snel gegeven wordt na de vorige dosis kan ophoping ontstaan. ( kan de toxische spiegel ontstaan)

Slide 19 - Slide

Eliminatie
= verwijdering/uitscheiding
Dit kan plaatsvinden door metabolisme of excretie.

Slide 20 - Slide

Metabolisme
Omzetting vind plaats in de lever. Het geneesmiddel verdwijnt uit het plasma en er komen metabolieten voor in de plaats. Verlaten via de nieren of de gal en de darmen het lichaam.

Slide 21 - Slide

Dus
1. inname geneesmiddel
2. opname geneesmiddel ( absorptie)
3. verdeling over het lichaam ( distributie)
4. omzetting van de stof in de lever ( metabolisme)
5. Uitscheiding ( excretie)



Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Wat ook nog belangrijk is....
* Gewenning: voor het beoogde effect zijn er steeds grotere hoeveelheden nodig van een bepaald medicijn.
* Verslaving: geestelijk of lichamelijk afhankelijk van een bepaald medicijn.
* Interactie: Voeding en geneesmiddelen kunnen elkaar beïnvloeden. 
* Resistentie: ongevoeligheid tegen een bepaald medicijn. 
* Cumulatie: ophoping van een medicijn in het lichaam.

Slide 24 - Slide

Tip......
* Lees de theorie nog eens goed door. Licentie en de PDF op onderwijs online.
* Bekijk de filmpjes meerdere keren.
* Je hoeft niet alles precies te weten als je maar de logica snapt.

Slide 25 - Slide

Distribueren
* Medicatie die is uitgezet, voorverpakt ga je geven aan de zorgvrager.
* check en re-check.
* Vijf keer juist regel! 


Slide 26 - Slide