les 3M 27/1

Na deze week

- ken je het verschil tussen de persoonsvorm en het voltooid deelwoord
- weet je hoe je komma's moet gebruiken
- kun je zelfstandig naamwoorden in het meervoud spellen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Na deze week

- ken je het verschil tussen de persoonsvorm en het voltooid deelwoord
- weet je hoe je komma's moet gebruiken
- kun je zelfstandig naamwoorden in het meervoud spellen

Slide 1 - Slide

Komma's
  • Tussen twee gezegdes in een samengestelde zin
Terwijl hij naar huis loopt, praat hij tegen zijn vriendin
  • In een opsomming
Ik heb een nieuwe broek, schoenen, jas en tas gekocht
  • Tussen twee bijvoeglijk naamwoorden
Er wordt een groot, wit huis gebouwd bij ons in de straat
  • Bij woorden als toch, ja, hoor en oké
Ik bel je later terug, oké
  • Voor een voegwoord
Hij gaat eerder naar huis, zodat hij niet te laat komt.

Slide 2 - Slide

Hoofd- en bijzinnen
Tussen hoofd- en bijzinnen staat altijd een komma!

  • Op zijn eerste stagedag gaat hij extra vroeg van huis, zodat hij op tijd is. 
  • Omdat ik geen zin heb in voetbaltraining, doe ik net alsof ik last heb van mijn enkel.

Slide 3 - Slide

Meervouden
Laatste woord een klinker = meervoud op 's: camera's, foto's, baby's
Let op: eindigt een woord op een E, dan komt er nooit 's achter: etages, fases

Klemtoon op heet laatste gedeelte van het woord = eë
slee - sleeën, melodie - melodieën

Klemtoon op het begin van het woord = ë
bacterie - bacteriën, kolonie - koloniën


Slide 4 - Slide

Wat is het meervoud?
A
kroketten
B
kroketen

Slide 5 - Quiz

Wat is het meervoud van... 
piano

Slide 6 - Mind map

6. meervouden

Wat is het meervoud van idee?
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën

Slide 7 - Quiz

Meervoud op -en
Meervoud op -s
Meervoud op -'s
Meervoud op -eren
Geen meervoud
rijst
kassa
leeuw
tafel
kind

Slide 8 - Drag question

Wat is het meervoud?
A
machine
B
machientjes
C
machines
D
machine's

Slide 9 - Quiz

Wat is het meervoud van... 
quiz

Slide 10 - Mind map

meervouden

Wat is het meervoud van idee?
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën

Slide 11 - Quiz

Wat is het meervoud?
A
caloriën
B
calorieën

Slide 12 - Quiz

Weektaak

Spelling hoofdstuk 2
blz. 161 t/m 167
Opdracht 3, 5, 6, 7, 9, 10

Slide 13 - Slide