LEZEN / les 5 / informatieve & instructieve teksten

Lezen 5

Informatieve & instructieve teksten
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lezen 5

Informatieve & instructieve teksten

Slide 1 - Slide

Wat weten we al?:

  • Informeren/informatie geven (tekstdoel), denk aan nieuwsberichten en voorlichtingsfolders.
  • Instrueren (tekstdoel), denk aan recepten en handleidingen.

Weet je het nog?

Slide 2 - Slide

Wat leer je in deze Lessonup?

  • Je leert meer over informatieve & instructieve teksten

Slide 3 - Slide

Eerst wat herhalingsvragen:

Slide 4 - Slide

Advertentie op Instagram
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 5 - Quiz

Nieuwsbericht over nieuwe coronamaatregelen
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 6 - Quiz

Oproep om te gaan demonstreren tegen de uitrol van 5G
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 7 - Quiz

Je schrijft een brief aan de gemeente over de verkeersoverlast in jouw straat. Jij wilt dat daar iets aan gedaan wordt.
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 8 - Quiz

Je werkt op een ICT-afdeling van een bedrijf. Je mailt jouw collega's over hoe ze Teams moeten installeren op hun laptop.
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 9 - Quiz

Hoe ontstaan orkanen?
Door de felle zon in de zomer wordt het zeewater warm. Het warme water verdampt en stijgt op. Zo ontstaan gigantische regenwolken.
Omdat de aarde ronddraait gaan de wolken ook ronddraaien. Hierdoor ontstaat een keiharde wind en dat is een orkaan.

Slide 10 - Slide

Wat voor soort tekst is dit?
A
Instructieve tekst
B
Informatieve tekst

Slide 11 - Quiz

Waarover informeert de schrijver?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Wat hoort bij informatieve teksten?
A
Schoolboeken
B
Krantenartikelen
C
Stripboeken
D
Voorlichtingsfolder

Slide 14 - Quiz

Welke tekstsoort?

Bekijk alleen de titel
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
instructieve tekst
D
verhalende tekst

Slide 15 - Quiz

Welke tekstsoort?
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
instructieve tekst
D
verhalende tekst

Slide 16 - Quiz

  • Een instructie vertelt je hoe je iets moet doen. 
  • De informatie wordt vaak stapsgewijs gegeven en de verschillende stappen staan in een dwingende, vaste volgorde: 
  • wat moet je eerst doen, wat daarna, enzovoort. 
  • Om die volgorde aan te geven, kunnen signaalwoorden worden gebruikt (zie vorige Lessonup)

Slide 17 - Slide

  • In instructieve teksten wordt de informatie stapsgewijs gegeven;
  • Dat wil zeggen in een volgorde;
  • Om die volgorde aan te geven kun je signaalwoorden gebruiken;
  • Haal eerst de ..., Maak daarna het, Vervolgens doe je ..., Haal tot slot ... 

Slide 18 - Slide

Bewaar nadat u de raclette-grill heeft gereinigd het toestel op een droge en koele plaats. Reinig de grillplaat en de raclette-pannetjes met een zachte spons in een warm sopje. Het apparaat maak je schoon met een vochtige doek. Alvorens u met de reiniging begint, moet het apparaat voldoende afgekoeld zijn. Trek dus zeker eerst de stekker eruit.
Bekijk de tekst:
Duidelijke tekst?

Slide 19 - Slide

Wat voor soort tekst is dit?
A
Instructieve tekst
B
Informatieve tekst

Slide 20 - Quiz

Is de tekst duidelijk geschreven?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Opdracht :

Maak een duidelijke instructieve tekst van de tekst die je net gelezen hebt.

Hoe kun je dit het beste doen?
Gebruik Word of pen/papier

Slide 22 - Slide



  • Trek eerst de stekker uit het stopcontact.
  • Laat de raclette-grill daarna 30 minuten afkoelen.

  • Neem vervolgens de grillplaat van het apparaat.
  • Reinig daarna de grillplaat en de pannetjes met een zachte spons in een warm sopje.
  • Maak ten slotte het apparaat schoon met een vochtige doek.

  • Bewaar de raclette-grill na elk gebruik op een droge en koele plaats.

Maak gebruik van signaalwoorden!
Zo beter?

Slide 23 - Slide

Controle voor jezelf:

  • Je weet nu hoe je informatieve & instructieve teksten kunt herkennen

Slide 24 - Slide

De opdrachten:

  • Als je alles hebt begrepen ga je zelfstandig aan de slag met de opdrachten in NU Nederlands:

Onderdeel LEZ3 , paragraaf 3.1 
Opdracht 1 - 2 - 3 & examenopdracht

Onderdeel LEZ3 , paragraaf 3.2
Opdracht 1 - 2 - 3 & examenopdracht

Onderdeel LEZ3 , paragraaf 3.3
Theorie doorlezen en opdracht 1 

Slide 25 - Slide