Leenheren, leenmannen en horigen

Leenheren, leenmannen en horigen 


Tijdvak 3 Monniken en Ridders
500 - 1000
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Leenheren, leenmannen en horigen 


Tijdvak 3 Monniken en Ridders
500 - 1000

Slide 1 - Slide

Leerdoelen


  • Je kunt beschrijven hoe West- Europa zich na de val van het Romeinse Rijk bestuurlijk ontwikkelde.
  • Je weet wat feodale verhoudingen zijn en hoe ze ontstonden.
  • Je kunt de oorzaken beschrijven van de verbrokkeling van de macht in de late 9e en 10e eeuw.

Slide 2 - Slide

Bestuur in de vroege middeleeuwen
Na de val van het Romeinse Rijk ontstonden er verschillende Germaanse koninkrijken
Maar de Germaanse koningen hadden een aantal problemen:
  • de wegen werden niet onderhouden
  • alleen geestelijken konden lezen en schrijven
  • de handel en daardoor ook het geld verdween

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Bestuur in de vroege middeleeuwen
  • Door de slechte wegen kon de koning nauwelijks reizen in zijn rijk
  • Doordat weinig mensen konden lezen, begrepen weinig mensen de wetten
  • Doordat er bijna geen geld was, kon de koning geen ambtenaren of leger betalen.
  • Probleem: koning kan hierdoor zijn rijk niet goed besturen
  • Oplossing: de koning stelde vazallen (leenmannen) aan

Slide 5 - Slide

Feodale stelsel/leenstelsel
  1. Koning verdeelde zijn rijk in kleinere stukken en leende stukje grond uit aan leenman
  2. Leenman bestuurde grond
  3. Leenman  zweerde, in ruil voor grond, trouw aan koning
trouw = koning helpen bij het bestuur + voor de koning vechten/soldaten leveren ten tijde van oorlog

Slide 6 - Slide

Leenstelsel of feodalisme
De middelste leenmannen zijn naast leenman ook leenheer, omdat ze de grond weer in stukken verdelen en deze ook in leen geven.

Slide 7 - Slide

Germaanse rijken in Europa rond 800
Paarse Rijk is van Karel de Grote, de keizer die het leenstelsel heel goed gebruikte

Slide 8 - Slide

Voordeel feodalisme
Nadelen feodalisme
oplossing voor het weg-vallen van het Romeinse bestuur;  de vorst houdt zijn rijk als geheel bijeen 
Vorst verliest macht aan adel: 
  • leenmannen beschouwen leen als eigen grond en geven het ook door aan oudste zoon
    Oplossing: lenen aan de Kerk
  • Achterleenmannen zweren trouw aan leenman/leenheer,  niet aan de eerste leenheer

Slide 9 - Slide

Zet de namen op de juiste plek
Leenheer
Leenstelsel
Leenman
Achterleenman

Slide 10 - Drag question

The Godfather
Feodalisme in de moderne tijd, Italië in de 20ste eeuw.
Er volgt een fragment, stel jezelf de volgende vragen

  1. Wat eist 'the Godfather' ?
  2. Waarom?
  3. Hoe wordt hun nieuwe relatie bekrachtigd? 
  4. Hoe herken je het feodalisme?

Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

Hoe herken je het feodalisme in dit fragment?

Slide 13 - Open question

Leerdoelen


  • Je kunt beschrijven hoe West- Europa zich na de val van het Romeinse Rijk bestuurlijk ontwikkelde.
  • Je weet wat feodale verhoudingen zijn en hoe ze ontstonden.
  • Je kunt de oorzaken beschrijven van de verbrokkeling van de macht in de late 9e en 10e eeuw.

Slide 14 - Slide

zelf verder werken
maak oriëntatie opdr. 3
vaardigheid continuïteit en verandering
§3.1 opdr. 4 en 6

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven door welke oorzaken West- Europa in de vroege Middeleeuwen weer een landbouwsamenleving werd.
  • Je kunt het ontstaan van horigheid verkaren.
  • Je kunt uitleggen dat domeinen via het hofstelsel zelfvoorzienend waren

Slide 17 - Slide

Landbouwsamenleving
  • Ten tijde van het Romeinse Rijk was er sprake van een landbouw-stedelijke samenleving. 
  • Na de val van het Romeinse Rijk (476) werd het onveiliger en werden wegen en bruggen niet meer onderhouden.
  • Hierdoor nam de handel af, maar ook de nijverheid af.
  • Door oorlogen en epidemieën nam de bevolking af, steden verdwenen. Mensen gingen wonen op het platteland  en werden weer boer. Hierdoor werd West- Europa weer een landbouwsamenleving.

Slide 18 - Slide

Romeinse Rijk
sterk bestuur & leger
veiligheid voor de burgers
veel handel
steden
agrarisch-urbane samenleving

Middeleeuwen
minder sterk bestuur & geen leger
onveilig
handel & nijverheid verdwijnen
geen steden 
agrarische samenleving

boeren hadden het zwaar in de middeleeuwen!

Slide 19 - Slide

Hofstelsel


Boeren zochten bescherming bij de heren in de omgeving.
De heer geeft de boer landbouwgrond en beschermt hem.
De boer geeft de heer een deel van de oogst én verricht herendiensten, hij was verplicht om op de grond te blijven wonen.
De boeren leven samen met de heer op een domein/hof. 
Een hof is autarkisch (=zelfvoorzienend), want er was bijna geen handel

Slide 20 - Slide

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
De heer
De heer geeft 
  • Bescherming
  • Landbouwgrond
In ruil geeft de boer:
  • Deel van oogst
  • Herendiensten
Horigen

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Verschil hofstelsel - leenstelsel
leenstelsel gaat over politiek, de manier waarop het land bestuurt wordt
hofstelsel gaat over economie, de middelen van bestaan van de middeleeuwers en sociale verhoudingen 

Slide 23 - Slide

Het leenstelsel is een ... systeem
A
politiek
B
juridisch
C
economisch
D
sociaal

Slide 24 - Quiz

Vraag 8.
Hiernaast staat het ............... ?
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel

Slide 25 - Quiz

Waar past deze bron het beste bij?
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel

Slide 26 - Quiz

Boeren gebonden aan grond
  • De meeste boeren hoorden bij de grond waarop ze werkten.
  • Ze mochten niet zonder toestemming van hun heer verhuizen.
  • Het voordeel van een pachtboer boven een slaaf is dat een pachtboer nog huur (pacht) moet betalen voor de grond. 
  • Boeren zochten ook bescherming bij de heer/ klooster, de boer stond dan zijn vrijheid en grond af in ruil voor bescherming. De pacht was vaak een gedeelte van de oogst.
  • Daarnaast had de horige boer herendiensten te verrichten voor zijn beschermer.

Slide 27 - Slide

Bron 1 
Eeuwenlang bleef in de middeleeuwen het boerenleven onveranderd. De Duitse geleerde Sebastian Münster (1488–1552) schreef bijvoorbeeld over de boeren:
“De derde stand zijn de mensen op het veld, in de dorpen en de boerderijen en worden boeren of landbouwers genoemd. Dit omdat zij op het land gewassen verbouwen om het vrucht te laten geven.
Ze leiden een slecht en armzalig leven. Het ene boerendorp leeft gescheiden van het andere en ieder leeft voor zichzelf met zijn gezin en vee. Hun huizen zijn hutten van hout, aangesmeerd met klei en gedekt met stro. Hun eten bestaat uit zwart brood van rogge en brij van haver soms gekookt met erwten of linzen. Ze drinken alleen water of melk. Een lang hemd is hun kleding, een stuk leer vastgebonden met een riem is hun schoeisel en ze dragen een vilten hoed.
Ze hebben nooit rust. Vroeg en laat moeten ze werken. Ze hebben geen handwerkslieden tot hun beschikking in de dorpen. Hun heer moeten ze het hele jaar dienen: de akkers inzaaien, de oogst snijden en in de schuren brengen, hout hakken en sloten graven. Er is niets wat dit arme volk niet zelf moet doen. Deze zware verplichtingen kennen ook gevaren. Geen enkele boog kan te strak gespannen zijn, want dan zal zij breken.”

Slide 28 - Slide

Gebruik bron 1.
Toon, met twee verwijzingen naar de bron, aan dat de boerengemeenschappen in de middeleeuwen autarkisch waren.

Slide 29 - Open question

Gebruik bron 1.
Geef uit de bron minstens twee voorbeelden van herendiensten.

Slide 30 - Open question

zelf verder werken
maak §3.1 opdr. 8, 9, 10 en 12

Slide 31 - Slide