verbos de cambio

Verbos de cambio
1 / 26
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Verbos de cambio

Slide 1 - Slide

Noteer de verbos de cambio die je nu net hebt onthouden en en bij elk werkwoord een voorbeeld van wanneer je dit ww gebruikt

Slide 2 - Open question

Je ziet zo een overzicht met verbos de cambio. Welke had jij ook?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Lees nu nog eens de uitleg door op de volgende dia's. Stel vragen (via  de chat in Teams) over stukjes die nog niet helemaal duidelijk zijn voor je.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

¡a practicar!
En las siguientes frases, indica si el cambio es momentáneo (m) o duradero (d)

Slide 9 - Slide

Ana se ha vuelto muy responsable

Slide 10 - Open question

Sandra se quedó viuda (weduwe) muy pronto.

Slide 11 - Open question

Marina se pone histérica siempre que ve un ratón

Slide 12 - Open question

Jesús ha llegado a ser médico después de tantos años de estudios.

Slide 13 - Open question

El día se ha puesto muy feo.

Slide 14 - Open question

Mis padres se están haciendo viejos.

Slide 15 - Open question

Últimamente Cristina se ha hecho más radical.

Slide 16 - Open question

Se quedó inmóvil cuando vio acercarse el perro.

Slide 17 - Open question

¡piensatelo más!

Slide 18 - Slide

agresivo, prudente, seguro
infierno, éxito, gas
cojo, callado, impresionado
nervioso, tonto, gordo
presidente, estrella, rico
músico, vegano, mayor
ponerse
hacerse
quedarse
volverse
convertirse en
llegar a ser

Slide 19 - Drag question

Slide 20 - Link

Slide 21 - Link

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

Slide 24 - Link

Slide 25 - Link

Slide 26 - Link