Klokkijken

Lire l'heure en français
Hoe moet ik klokkijken in het Frans?
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lire l'heure en français
Hoe moet ik klokkijken in het Frans?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoe zeg ik : Het is vier uur?
A
Il est quatre heures
B
Quatre heures
C
Il est cinq heures
D
Il est quatre heure

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Il est minuit. Hoelaat is het dan?
A
Het is twaalf uur ' s nachts
B
Het is twaalf uur 's middags
C
Het is twaalf uur
D
Het is elf uur

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Welk woord gebruik ik voor de halve uren?
A
demi
B
heures
C
demie
D
heure

Slide 7 - Quiz

Hoe zeg ik : Het is half drie?
A
Il est deux heures et demie
B
Il est deux heures et half
C
Il est trois heures et demie
D
Il est trois heures moins demie

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Tel ik aan de rechterkant van de klok de minuten op of haal ik ze eraf?
Maak een hele zin

Slide 10 - Open question

Hoe zeg ik : Het is tien over drie
A
Il est trois heures dix
B
Il est dix heures trois
C
Il est trois heures et dix
D
Trois heures dix

Slide 11 - Quiz

Hoe zeg ik: het is tien over half vier?
A
Il est trois heures moins vingt
B
Il est quatre heures vingt
C
Il est quatre heures moins vingt-cinq
D
Il est quatre heures moins vingt

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Welk woord geeft aan dat het een kwartier is?
A
Quart
B
midi
C
demi
D
minuit

Slide 14 - Quiz

Hoe zeg ik: het is kwart over tien?

A
Il est dix heures et quart
B
Il est dix heures quart
C
Il est dix heures moins le quart
D
Il est dix heures moins quart

Slide 15 - Quiz

Hoe ging het klokkijken?
A
Goed!
B
Redelijk, nog even oefenen
C
Matig, moet nog veel oefenen
D
Erg slecht

Slide 16 - Quiz