paragraaf 4.3

Paragraaf 4,2 ondernemingsvormen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Paragraaf 4,2 ondernemingsvormen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kan uitleggen wat een ondernemingsvorm is
  • Je kan verschillen benoemen tussen ondernemingsvormen
  • Je kan winstverdeling berekenen 

Slide 2 - Slide

De eenmanszaak
  • Kenmerken: Één eigenaar
  • Vaak kleine(re) ondernemingen
  • Over de winst moet inkomstenbelasting afgedragen worden
  • Hoofdelijk aanspakelijk 

Slide 3 - Slide

Een VOF
  • VOF staat voor Venootschap Onder Firma
  • Feitelijk meerdere eenmanszaken
  • Ook hoofdelijk aansprakelijk
  • Inkomstenbelasting

Slide 4 - Slide

Jan heeft een eenmanszaak. Hij heeft €15.000 euro schuld bij de bank. Kan de bank dit op zijn privé vermogen verhalen?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Kim en Sonja hebben een schoonheidsalon welke onderemingsvorm is geschikt
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
BV
D
NV

Slide 6 - Quiz

Bobby en zijn vriendin gaan trouwen. Bobby is zelfstandig ondernemer. Onder welke voorwaarden gaan zij trouwen?
A
Gemeenschap van goederen
B
Huwelijkse voorwaarden

Slide 7 - Quiz

Bobby en Sonja zijn getrouwd onder huwelijkse voorwaarden. Bobby gaat falliet het huis staat op naam van Sonja. Kunnen schuldeisers het huis toe eigenen?
A
Nee
B
Ja

Slide 8 - Quiz

De Besloten Venootschap (BV)
  • BV is zelfstandig rechtspersoon
  • Vermogen is verdeeld in aandelen
  • Aandelen staan op naam & zijn dus niet vrij verhandelbaar
  • Wordt pas interessant bij het ontrekken van €45.000 per jaar
  • Vernootschapsbelasting
  • Dividendbelasting 

Slide 9 - Slide

Aandelen van een BV
Jan, Karel, Piet en Bob hebben een BV. Er zijn 1000 aandelen beschikbaar idere ondernemer bezit 25% dus 250/1000e deel. 

Slide 10 - Slide

Een NV
  • Aandelen worden verhandeld op de beurs
  • Iedereen van 18 jaar of ouder kan aandelen kopen
  • Aandelen zijn vrij verhandelbaar
  • Bedrijven en aandeelhouders betalen dividendbelasting
  • Omzetbelasting

Slide 11 - Slide

De amsterdamse beurs
  • De beurs van Berlage
  • Amsterdam
  • AEX

Slide 12 - Slide

Eenmanzaak
of VOF

Slide 13 - Slide

De heren van de rechter BV
DYKA BV

Slide 14 - Slide

Ahold het moeder bedrijf van Albert Heijn NV
KPN NV

Slide 15 - Slide

DYKA BV gaat failliet op wie gaat de curator de schulden verhalen?
A
De eigenaar
B
De aandeelhouders
C
De BV zelf
D
De werknemers

Slide 16 - Quiz

Simone wil een kapsalon beginnen welke ondernemingsvorm is het meest geschikt?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
BV
D
NV

Slide 17 - Quiz

Waar worden aandelen van NV's verhandeld
A
Op de Amsterdamse effectenbeurs
B
Thuis op de bank
C
Op de grote markt in Groningen
D
Door de Nederlandse bank

Slide 18 - Quiz

Het uitkeren van de winst aan aandeelhouders noemen we:
A
Winstuitkering
B
Dividend
C
Winstaandeel
D
Dividendrendement

Slide 19 - Quiz

Zijn er nog vragen?

Slide 20 - Slide

Aan de slag !
Docent geeft de opgaves door.....

Slide 21 - Slide