Slaag voor je staatsexamen Engels TL

Slaag voor je staatsexamen Engels TL

Leerdoel van de les

Aan het einde van de les weet je welke stappen je moet nemen om je optimaal voor te bereiden op het staatsexamen Engels TL.

Dit is het leerdoel van de les. Bespreek dit kort met de klas en leg uit dat de les zal gaan over de voorbereiding op het staatsexamen Engels TL.

What do you already know about voorbereiding op het staatsexamen Engels TL?

Inhoud van het examen

Het examen Engels TL bestaat uit vier onderdelen: leesvaardigheid, luistervaardigheid, schrijfvaardigheid en spreken.

Vertel de klas wat er van hen verwacht wordt op het examen en bespreek kort de vier onderdelen.

Leesvaardigheid

Bij leesvaardigheid krijg je teksten voorgelegd die je moet lezen en waarbij je vragen moet beantwoorden. Zorg dat je genoeg oefent met verschillende soorten teksten.

Leg uit wat leesvaardigheid inhoudt en geef de klas tips over hoe ze hierop kunnen oefenen.

Luistervaardigheid

Bij luistervaardigheid krijg je luistertoetsen en moet je vragen beantwoorden. Oefen met het luisteren naar verschillende soorten Engelse accenten en oefen met het beantwoorden van vragen over de inhoud van de luistertoetsen.

Leg uit wat luistervaardigheid inhoudt en geef de klas tips over hoe ze hierop kunnen oefenen.

Schrijfvaardigheid

Bij schrijfvaardigheid moet je een betoog of een brief schrijven. Oefen het schrijven van verschillende soorten teksten en zorg dat je de juiste grammatica en spelling gebruikt.

Leg uit wat schrijfvaardigheid inhoudt en geef de klas tips over hoe ze hierop kunnen oefenen.

Spreken

Bij spreken moet je een gesprek aangaan met de examinator. Zorg dat je veel oefent met het voeren van gesprekken in het Engels en dat je bekend bent met de verschillende onderwerpen die aan bod kunnen komen.

Leg uit wat spreken inhoudt en geef de klas tips over hoe ze hierop kunnen oefenen.

Woordenschat

Zorg dat je genoeg Engelse woorden kent en dat je deze ook begrijpt in de context waarin ze worden gebruikt. Maak bijvoorbeeld gebruik van woordenlijsten en oefen met het opzoeken van woorden in een Engels woordenboek.

Leg uit hoe belangrijk woordenschat is en geef de klas tips over hoe ze hun woordenschat kunnen uitbreiden.

Grammatica

Zorg dat je de Engelse grammatica goed beheerst. Maak bijvoorbeeld gebruik van een grammaticaboek en oefen met het maken van grammaticaoefeningen.

Leg uit hoe belangrijk grammatica is en geef de klas tips over hoe ze hun grammaticakennis kunnen verbeteren.

Tijdmanagement

Zorg dat je genoeg tijd neemt om je voor te bereiden op het examen. Maak een planning en oefen regelmatig met de verschillende onderdelen.

Leg uit hoe belangrijk tijdmanagement is en geef de klas tips over hoe ze een goede planning kunnen maken.

Examentraining

Volg een examentraining en oefen met oude examens. Zo weet je wat je te wachten staat en kun je je optimaal voorbereiden.

Geef de klas het advies om een examentraining te volgen en leg uit waarom dit zo belangrijk is.

Samenvatting

Zorg dat je genoeg oefent met de verschillende onderdelen van het examen. Werk aan je woordenschat, grammatica en tijdmanagement. Volg een examentraining en oefen met oude examens. Zo vergroot je je kans om te slagen!

Vat de belangrijkste punten van de les kort samen. Bespreek eventueel nog vragen uit de klas.

Oefening

Maak nu een plan van aanpak voor de voorbereiding op het staatsexamen Engels TL. Noteer welke stappen je gaat nemen en hoeveel tijd je hieraan gaat besteden.

Laat de klas individueel of in groepen aan de slag gaan met het maken van een plan van aanpak. Loop rond om vragen te beantwoorden en help waar nodig.

Afsluiting

Bedankt voor jullie aandacht! Zorg dat je op tijd begint met de voorbereiding op het staatsexamen Engels TL en veel succes!

Sluit de les af en motiveer de klas om aan de slag te gaan met hun voorbereiding op het examen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.