Mavo 3: K6 - Grammatik

Mavo 3 - K6
1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Mavo 3 - K6

Slide 1 - Slide

Voorzetsels & Naamvallen
3e naamval
4e naamval
mit
zu
aus
nach
bei
seit
von
bis
für
durch
ohne
gegen
um

Slide 2 - Drag question

m.
v.
o.
mv.
1e
der
die
3e
dem
den
4e
die
das
die
Der-Gruppe
den
dem
die
das
der

Slide 3 - Drag question

m.
v.
o.
mv.
1e
ein
eine
keine
3e
einem
einer
keinen
4e
ein
Ein-Gruppe
keine
einen
ein
eine
einem

Slide 4 - Drag question

welke tabel moet je gebruiken bij bezittelijk voornaamworden?
A
Der-Gruppe
B
Ein-Gruppe

Slide 5 - Quiz

stappenplan:
Stap 1 is
A
wat is het geslacht van het woord?
B
staat er een voorzetsel voor het lidwoord?
C
zet het lidwoord in juiste vorm

Slide 6 - Quiz

stappenplan:
Stap 2 is
A
wat is het geslacht van het woord?
B
staat er een voorzetsel voor het lidwoord?
C
zet het lidwoord in juiste vorm

Slide 7 - Quiz

stappenplan:
Stap 3 is
A
wat is het geslacht van het woord?
B
staat er een voorzetsel voor het lidwoord?
C
zet het lidwoord in juiste vorm

Slide 8 - Quiz

Welke naamval hoort bij het voorzetsel:
mit
A
3e naamval
B
4e naamval

Slide 9 - Quiz

Welke naamval hoort bij het voorzetsel:
bis
A
3e naamval
B
4e naamval

Slide 10 - Quiz

Welke naamval hoort bij het voorzetsel:
nach
A
3e naamval
B
4e naamval

Slide 11 - Quiz

Welke naamval hoort bij het voorzetsel:
durch
A
3e naamval
B
4e naamval

Slide 12 - Quiz

Wir hören von (de) ……. Mann nichts mehr

A
der
B
den
C
die
D
dem

Slide 13 - Quiz

Nach (een) ………. Frühstück sind wir losgefahren.

A
eine
B
einen
C
einem
D
ein

Slide 14 - Quiz

Thomas ist ohne (ein) … Auto gekommen

A
ein
B
eine
C
einem
D
einen

Slide 15 - Quiz

Ich bin zu (zijn) … Frau gegangen

A
eine
B
einer
C
sein
D
seiner

Slide 16 - Quiz

Wir sind bei (onze) ………... Eltern gewesen.

A
unser
B
unsere
C
unseren
D
unserem

Slide 17 - Quiz

Er hat mit (haar) ………... Handy angerufen.

A
ihrem
B
eurem
C
Ihrem
D
seinem

Slide 18 - Quiz

Die Eltern waren um (hun) ... Kinder besorgt
A
ihre
B
eure
C
unsere
D
die

Slide 19 - Quiz

Martin hat von (zijn) ……….. Mutter ein Geschenk bekommen.

Slide 20 - Open question

hoe goed vind je dat je de stof beheerst (op schaal van 1 tot 10)
110

Slide 21 - Poll

Wat heb jij nog nodig om hier beter in te worden?

Slide 22 - Open question