1HV Chapitre 5 les 6

Bonjour
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bonjour

Slide 1 - Slide

Programme
Actualité
Parler : Bron C
Travail individuel / corriger les devoirs
Grammaire: Bron D
Travail individuel

Slide 2 - Slide

Sarkozy
" Ex-president Sarkozy tot celstraf veroordeeld wegens corruptie "

bron: nu.nl

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Les phrases  bloc C
Wat valt op aan de woordvolgorde in de Nederlandse en Franse zinnen?

Tu as passé un bon-weekend?
(Letterlijk = jij hebt gehad een goed weekend?)
J'ai regardé un film.
(Letterlijk = ik heb gekeken een film)

Slide 5 - Slide

Les phrases  bloc C
Tu as passé un bon-weekend?
(Letterlijk = jij hebt gehad een goed weekend?)

Fransen houden de werkwoorden graag bij elkaar.

Dus ; 1. Wij hebben een pizza gegeten wordt ....
                Wij hebben gegeten een pizza en dat wordt ......
                Nous avons mangé une pizza.

Slide 6 - Slide

Tu as passé un bon weekend?

Avec qui?

C'est qui Lucie?

C'était comment?

C'est quand ton anniversaire?
Oui, j'ai fêté mon anniversaire

Avec Lucie 

C'est ma cousine 

C'était super / trop bien / nul

C'est le quinze juillet

Slide 7 - Slide

Exercice 14
Stel: jij bent persoon B.                Persoon A is Madame Veens
Je kiest één van de vier mensen uit bij ex. 14.
Jij doet alsof je Myla, Laurent of Antoine bent . (Oscar gebruiken we als vb.)  
Madame Veens stelt de Franse vragen bij A, jij beantwoordt de vragen bij B door in de tabel te kijken naar de antwoorden van jouw persoon. 

Schrijf de antwoorden uit in hele zinnen.     (voorbeeld zie volgend slide)

Slide 8 - Slide

Exercice 14
Exemple : Je suis Oscar

Tu as passé un bon weekend?
Oui, j'ai fêté l'anniversaire.
Avec qui?
Avec Nathan
C'est qui?
C'est mon cousin

Slide 9 - Slide

Travail individuel
Oefening :    Je me présente


(Vertel je naam, leeftijd, waar je woont  en wanneer je verjaardag is)

Utilisez votre livre à la page 160-161-162

Slide 10 - Slide

Passé composé (bloc D)
Je danse.
J'ai dansé.
Wat is het verschil tussen de 2 zinnen?

Slide 11 - Slide

Passé composé (bloc H)
Je danse
Ik dans
Présent
J'ai dansé.
Ik heb gedanst
Passé composé

De zinnen staan in een andere tijd.

Slide 12 - Slide

Passé composé (bloc H)
J'ai dansé.

Ik heb gedanst


Hoe vorm je de passé composé?

Slide 13 - Slide

Passé composé (bloc H)
j'ai dansé
tu as dansé
il a dansé
elle a dansé
on a dansé
nous avons dansé               
vous avez dansé
ils ont dansé
elles ont dansé
Wat blijft hetzelfde en wat verandert?

Slide 14 - Slide

Passé composé (bloc H)
J'ai dansé.

Ik heb gedanst


Hoe vorm je de passé composé?
De passé composé bestaat uit 2!

1. hulp werkwoord = vorm w.w. avoir
2. voltooid deeltwoord

Slide 15 - Slide

Passé composé (bloc H)
J'ai dansé.




Hoe vorm je een voltooid deelwoord in het Frans ?
Het hele werkwoord dansen = danser

Het voltooid deeltwoord gedanst= dansé

Slide 16 - Slide

Passé composé (bloc H)
1. Noteer het hulp w.w. = vorm van avoir
Stappenplan
2. Noteer het voltooid deelwoord = w.w -er -> é
     
vb.  danser -> dansé  
        parler -> parlé

Slide 17 - Slide

Travail individuel
Faire exercicies: 16,17 (17g niet) 18


Apprendre: Bloc C 

Slide 18 - Slide

Corriger
Exercice 10a                                 1. Miléna   2. Wie heeft er ideeën voor haar verjaardagsfeestje?Exercice 10b                                 2. Claire 3. Arthur  4. Anna  5. Mère de Miléna   6. Claire
Exercice 10c                                 1.C  2. C   3.A   4.A
Exercice 10d                                1. Arthur       2. Een escaperoom is leuk met jongens en meisjes
Exercice 11c                                 1.préférer   2.sans  3.le soir   4.possible 

Slide 19 - Slide