clase 4

¡Bienvenidos a tu clase de español!
Hoy es viernes
2 de febrero de 2024
1 / 19
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos a tu clase de español!
Hoy es viernes
2 de febrero de 2024

Slide 1 - Slide

El programa
  • Vocabulario
  • Repaso
  • Pronunciación
  • Leer
  • Cadena de palabras

Slide 2 - Slide

SP3 Las reglas de clase...
  1. We hebben respect voor elkaar
  2. We gebruiken tijd in de les voor huiswerk
  3. We nemen tussendoor een kleine pauze
  4. Als iemand anders praat zijn we stil

Slide 3 - Slide

SP2 Las reglas de clase...
  1. We hebben respect voor elkaar
  2. We blijven bij de les
  3. We praten niet door elkaar heen
  4. Je steekt je hand op
  5. Je maakt eigen tweetallen 

Slide 4 - Slide

SER
Yo 
soy
Yo soy holandesa
eres
Tú eres español
El/ella/usted
es
La casa es grande
Nosotros
somos
Nosotros somos chicos
Vosotros
soís
Vosotros soís estudiantes
Ellos/ellas/ustedes
son
Ellos son los profesores
Ser

Slide 5 - Slide

Weet jij de persoonsvormen in het Spaans? Koppel de juiste Nederlandse betekenis eraan. 
Doe daarna het zelfde met de rode kaartjes. 
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
ik
jij
María y Pepe
zij (mv)
wij
hij
jullie
zij
mi hermano y yo
u (mv)
Isabel y tú
Juan
la profe de español

Slide 6 - Drag question

Sleep de vertaling van de werkwoord "Ser" naar de juiste plek!
(ik ben)
zij is
hij is
wij zijn
jij bent
jullie zijn
u bent
zij zijn
nosotros somos
yo soy
él es
ellos-ellas - ustedes son
ella es
vosotros sois
tú eres
usted es

Slide 7 - Drag question

Zet de juiste vervoeging van SER in de zinnen.
Amy y Sam _____ (Ser) mis alumnas.
Charissa y yo______(Ser) amigas.
Tú________ (Ser-tú) una persona unica.
Yo _______ (Ser) holandés y vivo en Huizen.
Emmy y tú _____(Ser-vosotros) en holandesas.
son
somos
eres
soy
sois 

Slide 8 - Drag question

Masculino
Masculino
Feminino
Feminino
singular
plural
singular
plural
definido
el
los
la
las
indefinido
un
unos
una
unas
Los Artículos

Slide 9 - Slide

Plaats de zelfstandige naamwoorden bij het juiste lidwoord.
la
los
las
el
profesora
música
mesa
libro
bolígrafos
carpetas
alumnos
sillas
pizarras
diccionario

Slide 10 - Drag question

Plaats de zelfstandige naamwoorden bij het juiste lidwoord.
una
unos
unas
un
chico
carpeta
diccionarios
amigo
bolígrafos
sillas
alumno
chicas
tijeras
lápiz

Slide 11 - Drag question

Sleep de woorden bij het juiste meervoudsvorm in het Spaans.
+S
+ES
autobús
profesor
ciudad
hermano
estudiante
azul
mesa
televisión
mono
chica

Slide 12 - Drag question

Los números

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Uitspraak
v = b  Valencia
ll = j  amarillo
j = g  Juan
ñ = nj  España
h = ..  hola
u = oe  Cuba 
ch = tsj  Chile

Slide 15 - Slide

Trabajamos
Unidad 1
Destrezas  P18, ej 1

Slide 16 - Slide

Cadena de palabras
¿Cómo funciona?

  1. Het rad kiest een letter
  2. Team A bedenkt een woord met die letter binnen 15 seconden (gebruik blz 105)
  3. Team B bedenkt een woord met de laatste letter van het woord van team A
  4. Wissel woorden uit tot een team geen woord meer kan bedenken
  5. Herhaal het spel tot 1 team 5 punten heeft
  6. Per ronde worden er GEEN woorden herhaalt!

Slide 17 - Slide

Cadena de palabras

Slide 18 - Slide

Deberes: 
Ejercicios de clase y voca U1 1-40

Slide 19 - Slide